Burgemeesters en raad te Gronnygen verklaren dat Wobbe, weduwe van Uwe van Tyum, ingevolge het testament van Alijt Godscalcs, heeft overgedragen aan abt Requinus en het convent te Feltwert een huis met hofstede aan de oostzijde van de Heerstraete met het gebruik van een gang naar de Gelkynghestraete, uit welk huis een rente van 8 1/2 arnhemse guldens gaat, op voorwaarde dat het convent memoriediensten houdt voor het zieleheil van Alijt en andere personen; dat zij voorts heeft overgedragen aan genoemde abt en convent twaalf grazen land in het karspel Adorp, waarvan zeven grazen gelegen zijn op Adorper Middelste Mede en de andere vijf grazen daar dicht bij, om daarvan memoriediensten te houden voor het zieleheil van een aantal personen.

Keine Abbildung vorhanden