Nummer:ogd0168 | Datum:8 april 1285 | Überlieferung:Editie | Fundstelle:Oorkondenboek Groningen en Drenthe, nr. 168 |
Egbert, prefect van Groningen, Adolf zijn zoon, Otto, ridder van Groningen, en Snelger van Scharmer doen uitspraak in een geschil tussen de abt en het convent van Aduard ter ener en de ingezetenen van Osterwalda en Gha ter andere zijde over een dam, in het water 'de Growe' gelegd.
x
Bestand | Oorkondenboek Groningen en Drenthe |
---|---|
Nr | 168 |
Olim | Naar het origineel, in twee exemplaren A en B, in het rijksarchief te Groningen (Reg. 1285, no. 1); A hoog 27, breed 35 cm.; B hoog 25, breed 35 cm. Ook gedrukt bij Driessen, blz. 45. |
Jahr | 1285 |
Datumcode | MisDom |
x
Kommentar | Aan A en B elk hebben zes zegels gehangen; van alle zijn de perkamenten stroken bewaard gebleven. Van de zegels van A zijn nog aanwezig : 1. het zegel van Egbertus prefectus (zie no. 133 en 152); 2. het zegel der stad Groningen met contrazegel, in geschonden staat; 3. het zegel van Hunsingoo, rond in groene was, vertoonende een rennend paard, waarop een ridder, houdende in de rechterhand een riddervaan, op eenigen afstand achter het paard schijnt een menschelijk figuur te staan; randschrift : SIGILL . . . CIVS TERRE HVN . . .; 4. brokstuk van het zegel van Drenthe; 5. het zegel van den abt van Aduard, ovaal in groene was, vertoonende een staanden geestelijke met een kromstaf in de rechterhand; randschrift : . . . IS AD S . . . (vergelijk no. 155). Van de zegels van B zijn aanwezig : 1. het zegel van Egbertus prefectus; 2. een brokstuk zegel der stad Groningen; 3. het zegel van Hunsingoo, in slechter toestand dan aan A; 4. een brokstuk van het zegel van den abt van Aduard. |
---|