Bernardus Ther Maet, cureit in Dieueren en deken van Drenthia, verklaart op de klacht van de Cistercienser abdij in Assen tegen Johannes Beyerinck, een leek, die de timmerman Hermannus "familiaris" van de abdij voor de drost in rechten had betrokken, de door Eugenius, Anastasius, Alexander en andere pausen aan die abdij verleende voorrechtsbrieven - dat de kloosterlingen, hun "familiares et servitores" en hun goederen niet voor het wereldlijk gerecht kunnen worden getrokken - van waarde en veroordeelt Johannes Beyerinck in de nader te bepalen kosten van het geding.

In nomine domini amen. Bernardus ther Maet curatus in Dieveren ac decanus Drenthie, iudex ad universorum et singulorum
noticiam dedicimus et deduci cupimus per praesentes quod nos
giose domine abbatisse monasterii in Assen ordinis cistersiensis partium Drenthie de cuius ....sindicatus mandato nobis ....
extitit facta fidis videlicet quod licet prefato monasterio in Assen . diversis videlicet Eugenio, Anastasio, Alexandro ac pluribus aliis Ro-
manorum pontificibus indultum fuit ipsas ipsarumque familiares et servitores ac bona sua ad iudicium seculare trahi non debere aut coram
eisdem impetere posse. Nichilominus tamen Johannes Beyerinck assertas laicus praemissa non quendem Hermannum carpentatorem
familiarem dicte domine abbatisse coram drossato Drenthie super quadam actione circumvenire ipsumque ad iudicem eiusdem drossati trahere in praeiudicium

x

x

Archief	Drents Archief
Fonds	Arch. Abdij Assen
Inventarisnr.	3
Regestnr.	90
Jaar	1475
Datumcode	2504

x

x

Commentaar	Het groot decanaatszegel is verloren.

x

Materiaal	perkament
Afmeting (mm)	185/310

x