Nederlands (NL)  German (DE)
Nummer:kla0397 Datum:29 maart 1459 Overlevering:Afschrift Vindplaats:Kloosterarch., inv.nr. 42, reg. 397

De hoofdelingen, rechters en gemene meenten van het Wyndesumer zijlvest, in het bijzonder van het Vierendeel, verklaren dat zij een overeenkomst getroffen hebben met abt Henrick en het convent te Adewert over het graven van een diep en het leggen van een zijl te Scaperhals, welke verklaring bezegeld wordt door burgemeesters en raad van Groningen.

Bron Recto Dorso Vertaling Relatie Zegels Materiaal Literatuur Index N.B.
Wy Hoefftlinge Rechters ende gemeene meente van Wyndesumer sylveste
en besunderlinge van 't Vierendeel kennen en tugen, dat wy mijt den Ersa-
men Heren Henricke Abt en Convente to Adewert sint verdragen vrentli-
ken, en eens geworden als van dieps te graven end de zijl te leggen to Sca-
perhals in manieren hierna bescreven, intt eerste hefft de Abt en Conven-
te vors. gegund en togestaen ons voerg. zijlvesten dat wij mogen en sullen gra-
ven an de kanden des vors. landen gehieten dat Aeland, also lang als dat land
gelegen is in manieren dattet diep sall wesen dat myddel en langer lopen
tuschen dat vors. Aeland en den wech, dat wy daergraven sullen vrij en
sunder gelt offt betalinge daervan te geven, ende ofte ons zylvesten vor
ges. noet ware enen wech te leggen an de noertzyde van den vors. diepe
sall en hefft ons de Abt en Convente vors. gegond en togestaen van dat vs.
Aeland te graven also lang alsdat vs. Aeland streckende is, ock vrij
en sunder gelt daeraf te geven, hier voer sal de Abt en Convente vs. vrij
en quijt ewliken en erfliken hebben en beholden den wech en den dijck
an de zuidzyde van de vors. diepe gelegen de men plach te varen en te wan-
deren na Wyndesumer Syll en na Wynsumer bruggen also langh ende breet
als de wech en dijck gelegen sint. Voert hefft de Abt en Convente ons
Zylvesten vors. gegond en togestaen, dat wij den zijll leggen mogen ende
sullen to Scapeshals en graven onse diep beyde buten en bijnnen tus-
schen Onstemans en des vors. Conventes lande vrij sunder betalinge den
Abte en Convente voor oer part daeraf te geven; Oick so mogen wij ende
sullen wij Zylvesten vorgen. wanneer wij tot den zyll reisen en trecken
doer en up des vors. conventes meyers land, de to Scapehals woent,
reysen en trecken vry sunder betalinge, myt vorwarden en sullen noch
en mogen wij zyllvesten voergen. gene dagelixs wech leggen noch
hebben up en over des vors. meyers land anders als yd ons noet is
tot den zyll to trecken. Voer de waldaet ende vrentscap de ons de Abt
en Convente vors. in den vorgen. artikelen bewijset hebben, sall dat
Convente scott vrij wesen van alle Rodeschoelster land, tertyt dat de
zyl in de eerde gekomen en bereijt gemaket is, en daerna sullen sij
schieten en arbeiden gras gras gelike als de int Vierendeel doen
en doen sullen totden zijl en wateringe. Hiir is to gesproken weert
sake dat te Scapehals noch eene syll gesett worde daer sal de
Abt en Convente vors. vrij onbelast van wesen want ter tijt dat sie
gesett is, en daerna sullen sie schieten en arbeiden gras gras geli-
ke als vors. is; ock so sullen de achte stige landes de dat Convent
liggende hebben over Kardinger maar mede wateren in dat maer
sunder wederseggen des Vierendeels offt anders ijemandes tot ewi-
gen dagen mijt vorwarden sall dat Convente vors. de vorgen. achte
stige grasen landes also dammen en bedijcken, dat die vant Vierendeell
genen hinder noch scaden en lyden van vreemde water, en de vors. acht
stige grase landes en daer van sullen die van 't Vierendeell de schou-
winge hebben na utwijsinge der Zylrichterbreeff, wand dan alle
schelinge en twijdracht de verresenwas tuschen ons parten vors.
van den vorgen. zijll te leggen en van dat graven bij en van den Ersa-
men Borgermesteren en Raede der Stad van Groningen mijt onsen
vulborde ende wijllen verliket en vereniget ende tot enen gueden vasten
eynde gesleten en gekomen is, hebben wy parten vorgen. voert an
gebeden den Ersamen Borgemesteren en Raede vorgen. desse vorwor-
de en verdrachte van ons beijder wegen te bezegelen. Dat wij
Borgemesteren en Raed omme beden willen der vors. parten geer-
ne hebben gedaen, en hebben ons Stad zegell hier an gehangen.
Ghegeven in den jaer ons heren dusent vierhundert negen en
vyfftich des donredages na Paeschen, doe Henrick Baroldes, Otto
ter Hanzouw, Gosen van Dulck en Johan Rengers van den poste
Borgemesteren waren der Stad van Groningen.
Naar den origineelen perkamenten brief, voorzien met
het Stadszegel, berustende onder den Rigter Bolhuis
te Warfum.
Recto:
x
x
Archief Groninger Archieven
Fonds Kloosterarch.
Toegangsnummer 172
Inventarisnr. 42
Regestnr. 397
Olim Reg. Feith 1459.14.
Jaar 1459
Datumcode JpPasche
x
Taal Middelnederduits
Schrift 18de-/19de-eeuws afschrift
Afbeelding 1
Commentaar eerste bladzijde
Afbeelding 2
Commentaar tweede bladzijde
x
Materiaal papier
x
Persoon
Naam Henricus
Letterlijk hr. Henrick
N.B. abt van Aduard
Toponiem
Toponiem Aduard
Type klooster
Regio Middag
Toponiem
Toponiem Groningen
Type stad
Regio Stad Groningen
Toponiem
Toponiem Kardingemaar
Type water
Regio Oosterambt
Toponiem
Toponiem Schaphals
Type buurschap
Regio Halfambt
Toponiem
Toponiem Vierendeel
Type schepperij
Regio Fivelgo Westerambt
Toponiem
Toponiem Winsumerbrug
Type brug
Regio Ubbega
Toponiem
Toponiem Winsumerzijlvest
Type zijlvest
Regio Hunsingo
Trefwoord
Trefwoord abt (kloosteroverste)
Attribuut Aduard
Trefwoord
Trefwoord burgemeesters en raad
Attribuut Groningen
Trefwoord
Trefwoord dijk
Trefwoord
Trefwoord klooster
Attribuut Aduard
Trefwoord
Trefwoord overeenkomst
Trefwoord
Trefwoord sluis
Trefwoord
Trefwoord stige
Trefwoord
Trefwoord waterschapsbelasting
Trefwoord
Trefwoord waterweg
Trefwoord
Trefwoord weg
Trefwoord
Trefwoord zijlvest
Attribuut Winsumerzijlvest