Johan Hornken, ambtman van het gericht van Zelwaert, oorkondt dat Johan Knotte, Henrick Knotte, Johan Bysuden en Johan Abbrynge, kerkvoogden te Haren, een landruil hebben aangegaan met broeder Johan Starcke, gevolmachtigde van het convent van Essen, waarbij onder stoklegging zijn overgedragen aan het convent drie akkers, geheten de Reytackers, en een half mud land achter het pad, dit alles gelegen op Hareresch, en aan de kerkvoogden de zeven schat land en drie roeden achter de Patroenhoeve, en een akker van negen spint land, eveneens gelegen op Hareresch.

Ick Johan Hornken amptman inder tijt des gerichtes van Zelwaert bekenne ende betuge mijt dessen openen
breve dat voer mij sijnnen gekomen Johan Knotte, Henrick Knotte, Johan Bysuden ende Johan Abbrynge als
karckvogeden inde tijt to Haren ende bekanden voer hoer ende hoeren nacoemlyngen vogeden to Haren dat see eene
ewijge arffwissell hebben angegaen ende gemaket als mijt acker lant voer ackerlant gegeven gelegen up Harer
esch mijt den convente van Essen daer broder Johan Starcke van wegen de van essen een vulmacht van ijs gewest
soe als hee dat voer mij Johan Hornken voerscreven hefft bekandt in maneren nabeschreven alsoe datt de voerscreven
vogeden hebben upgedragen, overgegeven ter ewiger arffwissell den selven convente van essen voerscreven sodane drey ac-
kers geheijten de Reyt ackers daer dat convent up dat noerden ter swette licht ende up dat suden Johan Dercks
mijt syn land ende noch een halff mudde lant gelegen achter dat patt daer Henrick Rotgers up dat
noerden ende oyck dat convent up dat suden ter swette liggen. Hyr mede sullen ende moigen dat convent van Essen
ewelick ende arfflick hoeren vrijen wille meededoen sunder enijch inseggen der voerscreven vogeden offte hoere na-
komelyngen. Hijr en tegens hebben dat convent voerscreven wederumme ewelick ende arfflick up gedragen ende over-
gegeven ter ewiger arffwisselll de vogeden voerscreven sodane soeven schatt landes ende dreij roeden soe dat convent de
liggen hebben achter de Patroen hoeve ende daer to noch een acker van negen spynt landes daer Henrick Rot-
gers up dat noerden ende Johan Knotte myt syn lant ter swette liggent up dat suden oyck ewelich ende arff-
lick hoeren vrijen wille daer meede tdone sunder enijch inseggen den convente voerscreven daer oyck dat convent
voerscreven hoer eijgen segell ende breven de selve vogeden voerscreven wederumme willen van geven soe als dat ijn
allent de voerscreven broder Johan Starcke als een vulmacht voer mij Johan Hornken oijck hefft bekandt
ende hebben oijck melcanderen den stock hijr van gelecht als en landt recht ijs ynden gerichte van Zelwaert
voer desse nagescreven soeven buren van Haren als voer Luyken Abbrijnge, Lubbert Bunynge, Sicke Knotte, Johan Knotte,
Hinrick Knotte, Henrick Rotgers ende Jonge Johan Wolderynge ende mer guden luden genoich soe als dat desse
voerscreven voer mij Johan hornken hebben bekandt sunder argelist. Dijt oerkonde ijck Johan Hornken amptman
voerscreven myt myn segell beneden an dessen breeff gehangen. Gegeven inden ijare ons heren dusent viffhondert een
ende vifftich op saterdach na sunte Johannis mytsommer.

x

x

Archief	Groninger Archieven
Fonds	Kloosterarch.
Toegangsnummer	172
Inventarisnr.	134
Regestnr.	1069
Olim	Arch. Klooster Essen, inv.nr. 4, reg. 127. Reg. Feith 1551.32.
Jaar	1551
Datumcode	SpNatJoh

x

x

Commentaar	Met het zegel van Johan Horenken

x

Materiaal	perkament

x