Marcelius van Zuidlaren, deken van Drenthe, geeft met enige anderen een vidimus van de oorkonde ogd0499 van 16 November 1360.

Universis presencia visuris nos, Marcelius de Suthlare, decanus Drenthie, Meynoldus Wesseli rector medie partis ecclesie
beati Martini, Otto Folcardinc, rector ecclesie beate Marie apud Ampnem in Groninghen , ac burgimagistri ibidem , facimus
manifestum , quod vidimus litteras quasdam, cum sigillis veris discretorum virorum, dominorum Arnoldi de Vrees, Johannis de Eleden et Tyssonis
de Roden , ecclesiarum curatorum , sigillatas , sanas et integras nec in aliqua parte vitiatas, quarum litterarum tenor de verbo ad verbum fuit
talis: Volgt no. 499. Quarum litterarum copiam transcribi fecimus, et nos, decanus, Meynoldus et Otto predicti, sigilla nostra ac nos,
burgimagistri prescripti , sigillum nostre civitatis presenti copie apposuimus in testimonium premissorum. Datum anno Domini MCCCLX octavo in
festo Epyphanie.

x

x

Fonds	Oorkondenboek Groningen en Drenthe
Nr	552
Olim	Naar het origineel in het rijksarchief te Groningen (Reg. 1360, no. 5), hoog 15,5, breed 27,6 cm. Ook gedrukt bij Driessen, blz. 672.
Jaar	1368
Datumcode	oEpipha

x

x

x

Commentaar	Aan het stuk hebben vier zegels gehangen: 1 en 2 zijn verdwenen; 3 vertoont in een rond veld een wapenschild, waarop een linker schuinbalk, beladen met drie bezanten, randschrift : SIGIL . OTTONIS FOLK A . . .; 4 het gebroken zegel der stad Groningen met contrazegel.

x

Materiaal	papier

x

Edities	P.J. Blok e.a., Oorkondenboek van Groningen en Drente, I (Groningen 1896), nr. 552.