Nummer:ogd0867 | Datum:13 juli 1394 | Overlevering:Editie | Vindplaats:Oorkondenboek Groningen en Drenthe, nr. 867 |
Burgemeesters en raad van Groningen verklaren, dat Hebele Morynges en haar zoons Johan en Bruen een erfrente hebben verkocht en overgedragen ten behoeve van een priester in de Akerk.
Wy, borgermestere ende raedt van Groningen, bekennen ende betugen myt dessen openen breve, dat vor ons synt gekomen Hebele Morynges, Johan ende
Bruen hore twe zoens ende bekanden, dat se myt samenderhant hebben verkofft soven gulden schilde renthe off negen ende twyntich korte grote vor
elken gulden schilt toe betalen off ander guet payment, dat dar in Groningen gued vor is, toe nemen jarliks, als een stadrecht is, uth horen
steenhues, dar se nu ter tijt ynne wonen, toe behoeff eens priesters tot onser Vrouwenkercke toe der Ae in Groningen, den wy borgermesters in
der tijt de vors. renthe bevelen toe boren, want den borgermesteren de gave darvan bevolen is van heren Sweder Covordinck nae inholt des
testamentsbrieffs , dar dese brieff dorgetogen is , vor ene summe gheldes , de Hebelen , Johanne ende Brune vors. vul ende al betaelt is. Ende
de soven gulden schilde renthe vors. drogen Hebele , Johan ende Bruen vors. op ons borgermesteren vors. toe behoeff des vors. presters tot onser
Vrouwenkercke vors. vrij ende quijt , eweliken to bruken ende toe besytten. Hijr is toegesproken, dat Hebele, Johan ende Bruen vors. mogen de
vors. soven gulden schylde renthe quijtcopen, wanneer se wyllen , myt hondert gulden schylden , negen ende twyntich korte grote vor den gulden
schylt gerekent, off ander payment , dat in Groningen dar guet vor is. Ende wanner Hebele, Johan ende Bruen vors. de vors. renthe quijtcopen, so
sullen de borgermestere , de dan in der tijt synt, mytten vors. ghelde andere renthen wederkopen tot eens presters behoeff tot onser
Vrouwenkercke toe der Ae, als vors. is. Dyt vors. steenhues is gelegen in de oesterzyde van Heerstrate by Clawes steenhues van Banlo , dat an de
norderzyde leghet. Dat orkonde wy myt onser stadt zegel. Gegeven int jar ons Heren dusent drehondert vyer ende tnegentich op sunte
Margarethendach , do Frederick van Arlo , Zweder van Wynde, Reynoldt Hughinck ende Aleff Schelge borgermestere weren onser stadt.
Bruen hore twe zoens ende bekanden, dat se myt samenderhant hebben verkofft soven gulden schilde renthe off negen ende twyntich korte grote vor
elken gulden schilt toe betalen off ander guet payment, dat dar in Groningen gued vor is, toe nemen jarliks, als een stadrecht is, uth horen
steenhues, dar se nu ter tijt ynne wonen, toe behoeff eens priesters tot onser Vrouwenkercke toe der Ae in Groningen, den wy borgermesters in
der tijt de vors. renthe bevelen toe boren, want den borgermesteren de gave darvan bevolen is van heren Sweder Covordinck nae inholt des
testamentsbrieffs , dar dese brieff dorgetogen is , vor ene summe gheldes , de Hebelen , Johanne ende Brune vors. vul ende al betaelt is. Ende
de soven gulden schilde renthe vors. drogen Hebele , Johan ende Bruen vors. op ons borgermesteren vors. toe behoeff des vors. presters tot onser
Vrouwenkercke vors. vrij ende quijt , eweliken to bruken ende toe besytten. Hijr is toegesproken, dat Hebele, Johan ende Bruen vors. mogen de
vors. soven gulden schylde renthe quijtcopen, wanneer se wyllen , myt hondert gulden schylden , negen ende twyntich korte grote vor den gulden
schylt gerekent, off ander payment , dat in Groningen dar guet vor is. Ende wanner Hebele, Johan ende Bruen vors. de vors. renthe quijtcopen, so
sullen de borgermestere , de dan in der tijt synt, mytten vors. ghelde andere renthen wederkopen tot eens presters behoeff tot onser
Vrouwenkercke toe der Ae, als vors. is. Dyt vors. steenhues is gelegen in de oesterzyde van Heerstrate by Clawes steenhues van Banlo , dat an de
norderzyde leghet. Dat orkonde wy myt onser stadt zegel. Gegeven int jar ons Heren dusent drehondert vyer ende tnegentich op sunte
Margarethendach , do Frederick van Arlo , Zweder van Wynde, Reynoldt Hughinck ende Aleff Schelge borgermestere weren onser stadt.
x
Fonds | Oorkondenboek Groningen en Drenthe |
---|---|
Nr | 867 |
Olim | Naar een afschrift uit het einde der 15de eeuw van een notarieel transsumpt van 1428 in het rijksarchief te Groningen (Reg. 1428, no. 2). Ook gedrukt bij Driessen, blz. 775. |
Jaar | 1394 |
Datumcode | Margar |