Nummer:ogd1055 | Datum:1400-1410 | Overlevering:Editie | Vindplaats:Oorkondenboek Groningen en Drenthe, nr. 1055 |
De ingezetenen van Ruinen maken in overleg met Johan, heer van Ruinen, en enige anderen een willekeur.
Dijt ys de wijlkoerijnghe ende overdracht, dat de van Runen gemaket hebben, by wijllen ende rade Johans, heer to Runen, knape, Evert Ghusijnge,
Harmen Polman, Croesken, broder Helprijch hofmeyster to Runen, ende vort de gemene buren etc.
Van zwaren to keesen.
In de ersten , dat men keesen sal vijf zwaren ende de ene sal de overste wesen , ofte vyfe nijcht overdragen konden , mijt welken tween dat de
overste tovalt, daer salt mede hengaen.
Van dicken ofte rumen.
Voertmeer so mogen de vyve de buren uuetbaden to dyckene of to rumene , waer hem dunckt daer des noet ys , daer sollen hem de buren volgen , als
by ses placken ende ommer de beste , de dan by huys ys, sunder arglijst. Mer weer jemant van huys omme sijn brodt to wijnnen, de macht wel doen
mijt sijn wijf of mijt enen anderen baden.
Van de Rete tvreden.
Vortmer so sullen de vyve de Reete vreden ende ontvreden vor der buren orber, als
by ses placken.
Van buirheerden to winnen.
Vortmer so wat herden , dat yn Rune gewonnen werden , also wyde als dat dorp ys , sullen de vyve voer dat loen laven , of se des begeren , in
alsulker manyren : Wert zake dat hem sijn loen nijcht betaelt en werde bijnnen veertijn dage, als he dat verdeent hadde, so mach he komen totten
oversten van de vijf zwaren ende clagen hem, dat hem sijn loen nijcht weerden en mach, so sal de overste tospreken zyne medegesellen een ofte
twe ende gaen mijt den herden onvertrecket ene reyse omme ende helpen hem de luide manen, de nyet betaelt en hebben. Ende we dan nijcht betaelt,
de sullen se gebeden, dat he den herden zijn gelt geve bijnnen dre dagen, of se mogen wederkomen mijtten schulten ende panden den herden sijn
loen ende den zwaren sijn ses placken ende den schulten, wat sijn recht ys. Ende vortmer wer dat sake, dat iemant twijste hadde mijtten herden,
den duchte, dat he sijn guet versumet hadde, dat sal staen op de vijf zwaren to vrenschap of to rechte.
(Van nye zwaren to keesen) .
Vortmer welke vijf zwaren daer eijn jaer hebben angewest, de mogen de buren laten boeden des Sondages, dat se des Maendages weder tbrinke komen
als by ses placken, ende geven hem daer hoer ampt op ende kesen vijf nye zwaren ende de sollen dat zweren, dat se dat ampt een jaer verweren
sollen tot der buren orber na haer beste witschap sonder arglist ende nemende verschouwen, den sy broeckachtych vijnden. Ende worde jemant
gekoren, de des niet doen wolde, de sal gelden den olden zwaren ses placken ende den heren van Ruynen een olden schijlt ende wesen een jaer vry
ende quit. Datten wer zake dat he karckmeyster worde gecoren of dat he zwaren hadden gewest bijnnen twe jaren, so mach hy weygeren sonder broke.
Van zwaren to gebeden.
Vortmer wat desse vijf zwaren gebeden van dyken, van wateryngen ofte van straten bijnnendorps ofte butendorps, des sollen hem de buren volgen
als by ses placken. Vortmer so sollen desse vijf zwaren schouwen de vrede voer de maden, of waer een buerweterijnge hengaet, dat sollen de
gemene buren eens des jars rumen, ende behovet dat mer, dat sollen degene doen den de maeden haer sijnt oftet hem geboden wort van den vijf
swaren. Vortmer waer gene waterijnge henengaet, dat sal ytlijck vreden, dat dat tohort van den vijf zwaren gebede. Vortmeer wat desse vijf
zwaren gebeden van dyken, van waterijnge ofte to ruymen elken bysonder, dat sollen se des Sondages doen beden over de karke ende schouwen daerna
des Saterdages. Ende wat dan nijcht gemaket en ys, den mogen se panden voer ses placken.
Van broke als de buren uuitgebadet sint.
Vortmer wanner de gemene buren uuitgebadet sijnt, wat broke dat dijt gescheden, dat sollen de vijf swaren uuitpanden, eer se to huys gaen, ende
dat sullen de buren mede verdrijnken. Mer wat broke, dat de vijf zwaren van quaden dyke, van quaden vrede, van rete ofte van enygen zaken
vervalt, dat mogen se allene verdrinken buten den buren.
Van notzaken des dorps.
Vortmer weer dat zake, dat dijt dorp to Runen yenyge last hadde van werlyken ofte van geestelyken rechte ofte dattet enyge veede krege
butendorps, daer se Jan van Rune ofte sine nacomelyngen nijcht yn verdedijngen en konde ofte en wolde buten de buren, so sal de overste van den
vijf zwaren ene medenemen van syne gesellen, den hem dunckt, de hem nutte mede sy, ende ryden ofte gaen, waer he meent daer des noet ys, ende
verdedijngen de buren tot haren rechte na hare macht. Ende wat kost, dat se daerop doen ofte wat se uuitleggen, dat sollen de buren hem
wedergeven, wanner se hem dat des Sondages weten laten van der karken, als elc by ses placken.
Van zwaren de ene den anderen tpanden.
Vortmer wart zake, dat van dessen vijf zwaren enijch broeckachtijch worde yn enygen dessen vorscreven punten, so mogen de veer den vijften
panden als vor ses placken gelijck den anderen buren. Vortmer wer dat zake, dat enijch man ofte wijf dese vijf swaren pantwerijnge dede, so
sullen se komen to Yan van Runen ofte tot synen nacomelijngen ende clagen hem, dat hem pantwerijnge gescheet sy boven eren ende eet. So sal Jan
van Rune ofte synen nacomelyngen den vijf swaren mededoen synen schulten ofte syne knecht onvertrecket, ende helpen de lude panden, den zwaren
hoer ses placken ende hem selven enen olden schijlt to broke.
Van schutten.
Vortmer wes beesten de vijf zwaren schutten ofte jemant van Yan van Runen knechte ofte van anderen buren, so sal dat pert wesen des nachts een
swarten stuyver, des dages een halven stuyver, desgelyken ock van beesten ende koyen. Item dat varken enen halven krumstert ende desgelyken
gecrempt. Item boven dat so sollen de vijf zwaeren kavelen, in wes roggen ofte yn wat anderen schaden, dat jemandes beesten gegaen hebben, wat
schaden de beesten jemant gedaen hebben ende helpen hem den schaden ynwijnnen glick hoer selfs broke. Item alle broke, de hijr voerscreven
sijnt, sijnnen yn den bouwe dubbelt. Sonder arglijst.
Harmen Polman, Croesken, broder Helprijch hofmeyster to Runen, ende vort de gemene buren etc.
Van zwaren to keesen.
In de ersten , dat men keesen sal vijf zwaren ende de ene sal de overste wesen , ofte vyfe nijcht overdragen konden , mijt welken tween dat de
overste tovalt, daer salt mede hengaen.
Van dicken ofte rumen.
Voertmeer so mogen de vyve de buren uuetbaden to dyckene of to rumene , waer hem dunckt daer des noet ys , daer sollen hem de buren volgen , als
by ses placken ende ommer de beste , de dan by huys ys, sunder arglijst. Mer weer jemant van huys omme sijn brodt to wijnnen, de macht wel doen
mijt sijn wijf of mijt enen anderen baden.
Van de Rete tvreden.
Vortmer so sullen de vyve de Reete vreden ende ontvreden vor der buren orber, als
by ses placken.
Van buirheerden to winnen.
Vortmer so wat herden , dat yn Rune gewonnen werden , also wyde als dat dorp ys , sullen de vyve voer dat loen laven , of se des begeren , in
alsulker manyren : Wert zake dat hem sijn loen nijcht betaelt en werde bijnnen veertijn dage, als he dat verdeent hadde, so mach he komen totten
oversten van de vijf zwaren ende clagen hem, dat hem sijn loen nijcht weerden en mach, so sal de overste tospreken zyne medegesellen een ofte
twe ende gaen mijt den herden onvertrecket ene reyse omme ende helpen hem de luide manen, de nyet betaelt en hebben. Ende we dan nijcht betaelt,
de sullen se gebeden, dat he den herden zijn gelt geve bijnnen dre dagen, of se mogen wederkomen mijtten schulten ende panden den herden sijn
loen ende den zwaren sijn ses placken ende den schulten, wat sijn recht ys. Ende vortmer wer dat sake, dat iemant twijste hadde mijtten herden,
den duchte, dat he sijn guet versumet hadde, dat sal staen op de vijf zwaren to vrenschap of to rechte.
(Van nye zwaren to keesen) .
Vortmer welke vijf zwaren daer eijn jaer hebben angewest, de mogen de buren laten boeden des Sondages, dat se des Maendages weder tbrinke komen
als by ses placken, ende geven hem daer hoer ampt op ende kesen vijf nye zwaren ende de sollen dat zweren, dat se dat ampt een jaer verweren
sollen tot der buren orber na haer beste witschap sonder arglist ende nemende verschouwen, den sy broeckachtych vijnden. Ende worde jemant
gekoren, de des niet doen wolde, de sal gelden den olden zwaren ses placken ende den heren van Ruynen een olden schijlt ende wesen een jaer vry
ende quit. Datten wer zake dat he karckmeyster worde gecoren of dat he zwaren hadden gewest bijnnen twe jaren, so mach hy weygeren sonder broke.
Van zwaren to gebeden.
Vortmer wat desse vijf zwaren gebeden van dyken, van wateryngen ofte van straten bijnnendorps ofte butendorps, des sollen hem de buren volgen
als by ses placken. Vortmer so sollen desse vijf zwaren schouwen de vrede voer de maden, of waer een buerweterijnge hengaet, dat sollen de
gemene buren eens des jars rumen, ende behovet dat mer, dat sollen degene doen den de maeden haer sijnt oftet hem geboden wort van den vijf
swaren. Vortmer waer gene waterijnge henengaet, dat sal ytlijck vreden, dat dat tohort van den vijf zwaren gebede. Vortmeer wat desse vijf
zwaren gebeden van dyken, van waterijnge ofte to ruymen elken bysonder, dat sollen se des Sondages doen beden over de karke ende schouwen daerna
des Saterdages. Ende wat dan nijcht gemaket en ys, den mogen se panden voer ses placken.
Van broke als de buren uuitgebadet sint.
Vortmer wanner de gemene buren uuitgebadet sijnt, wat broke dat dijt gescheden, dat sollen de vijf swaren uuitpanden, eer se to huys gaen, ende
dat sullen de buren mede verdrijnken. Mer wat broke, dat de vijf zwaren van quaden dyke, van quaden vrede, van rete ofte van enygen zaken
vervalt, dat mogen se allene verdrinken buten den buren.
Van notzaken des dorps.
Vortmer weer dat zake, dat dijt dorp to Runen yenyge last hadde van werlyken ofte van geestelyken rechte ofte dattet enyge veede krege
butendorps, daer se Jan van Rune ofte sine nacomelyngen nijcht yn verdedijngen en konde ofte en wolde buten de buren, so sal de overste van den
vijf zwaren ene medenemen van syne gesellen, den hem dunckt, de hem nutte mede sy, ende ryden ofte gaen, waer he meent daer des noet ys, ende
verdedijngen de buren tot haren rechte na hare macht. Ende wat kost, dat se daerop doen ofte wat se uuitleggen, dat sollen de buren hem
wedergeven, wanner se hem dat des Sondages weten laten van der karken, als elc by ses placken.
Van zwaren de ene den anderen tpanden.
Vortmer wart zake, dat van dessen vijf zwaren enijch broeckachtijch worde yn enygen dessen vorscreven punten, so mogen de veer den vijften
panden als vor ses placken gelijck den anderen buren. Vortmer wer dat zake, dat enijch man ofte wijf dese vijf swaren pantwerijnge dede, so
sullen se komen to Yan van Runen ofte tot synen nacomelijngen ende clagen hem, dat hem pantwerijnge gescheet sy boven eren ende eet. So sal Jan
van Rune ofte synen nacomelyngen den vijf swaren mededoen synen schulten ofte syne knecht onvertrecket, ende helpen de lude panden, den zwaren
hoer ses placken ende hem selven enen olden schijlt to broke.
Van schutten.
Vortmer wes beesten de vijf zwaren schutten ofte jemant van Yan van Runen knechte ofte van anderen buren, so sal dat pert wesen des nachts een
swarten stuyver, des dages een halven stuyver, desgelyken ock van beesten ende koyen. Item dat varken enen halven krumstert ende desgelyken
gecrempt. Item boven dat so sollen de vijf zwaeren kavelen, in wes roggen ofte yn wat anderen schaden, dat jemandes beesten gegaen hebben, wat
schaden de beesten jemant gedaen hebben ende helpen hem den schaden ynwijnnen glick hoer selfs broke. Item alle broke, de hijr voerscreven
sijnt, sijnnen yn den bouwe dubbelt. Sonder arglijst.
x
Fonds | Oorkondenboek Groningen en Drenthe |
---|---|
Nr | 1055 |
Olim | Naar een 16de eeuws afschrift in het rijksarchief in Drente (Inv. I, A 4b, no. 3). Ook gedrukt bij Magnin, Besturen II, 2, blz. 198. |
Jaar | 1405 |
Deviatie | 10 |