Burgemeesters en raad van Groningen verklaren, dat Hilleken Rodetydens en haar zoons een stuk land hebben verkocht aan Johan Naming, provisor van het Heilige Geestgasthuis, en het overdroegen.

Wy, borghermestere ende raed van Groninghen, bekennen ende betughen met dezen openen breve , dat vor ons ziin ghekomen Hilleken Rodetydens,
Hillebrand, Helpric ende Lubbert Rodetidens , ghebroders, Hillekens zoens vors., ende becanden, dat se hebben vercoft her Johanne Naming,
provisoer van den Hilghen Gheeste, alsodane erve als de breve van spreken, daer deze breef dorghetoghen is, vor ene summe van ghelde, de
Hilleken, Hillebrant, Helpric ende Lubberd vors. becanden, dat hem vol ende al betaelt is. Ende dit vors. erve droghen Hilleken, Hillebrant,
Helpric ende Lubberd vors. up her Johanne vors. to des conventes behoef van den Hilghen Geeste vors. vrij ende quiit met allen rechte ende
eghendome eweliken to bruken ende to besitten. Dat orkunde wy met onser stad seghel. Ghegheven in den jaer ons Heren dusent vyerhondert ende
vive up sente Agatendach, do Jarich Coppins, Reynolt Hughinc, Jacob Schelghe ende Everd Wicbolt borghermestere waren onser stad .

x

x

Fonds	Oorkondenboek Groningen en Drenthe
Nr	1204
Olim	Naar het origineel in het rijksarchief te Groningen (Reg. 1390, no. 2), hoog 8, breed 23 cm, zijnde een transfix bij no. 808 (ogd0808).
Jaar	1405
Datumcode	Agathe

x

x

x

Commentaar	Aan het stuk hangt het gewone zegel van de stad Groningen met contrazegel.

x

Materiaal	papier

x

Edities	P.J. Blok e.a., Oorkondenboek van Groningen en Drente, II (Groningen 1899), nr. 1204.