Nederlands (NL)  German (DE)
Nummer:dik093a Datum:19 aug. 1374 Overlevering:Afschrift Vindplaats:Arch. Abdij Dikninge, inv.nr. 1, fol. 19r, reg. 93

Peter van Blydensteden draagt, in overleg met zijne vrouw Agnese en met toestemming van hun zoon Henrick. over aan de abdij te Dickenynghe een pacht van 15 vierendeel boter op Hakeswolde in het kerspel van Blydensteden, door hem gekocht van Herman heer van Kuenre en Mechtelt dochter van Boldewiin van der Ese e.l. Met medebezegeling door ridder heer Johan van Runen onsen heren, die getuigt, dat de overdracht plaats had ten overstaan van het kerspel in enen hegheden heymale, waarbij de pachters beloofden de boter voortaan aan de abdij op te brengen.

Bron Recto Dorso Vertaling Relatie Zegels Materiaal Literatuur Index N.B.
Allen den ghenen die dessen brief solen sien oft horen lesen, doe ic verstaen Peter [in margine: Blijdenstede]
van Blidenste ende en kenne openbaer mit dessen openen brieve dat ic mit vrijen willen
mijns selves mit rade Agnesen, mijns echten wives, mit consente Henrikes onses soens
ende alle onser rechter erfghenamen hebben erflike tosamen vercoft ende opghelaten
vercopen ende uplaten openbaer mit dessen openen breve heren Johanne, den abt, ende
den ghemenen convente to Dickeninghe vijftyen vierdel boteren jaerliker pacht,
gheleghen op Hakeswolde bynnen den kerspel van Blidensteden mit alsulken
rechte als wij die ghecoft hadden yeghen Herman, here van Kuenre, Mechtelde sinen
echten wive, Boldewijns dochter van der Ese ende Hermanne van der Ese, oren ghebo-
renen mombaer, to bitalen alle jaer op Sente Michaels dach mit alsulker mate als Bolde-
wijn van der Ese voers. die voernomede pacht to boren plach om ene summe van ghelde
die ons wittelike ende wal betaelt is, in alsulken manyren dat die abt ende dat convent
van Dickenynghe desse voerghenoemde boterpacht erflike ende ummermeer vrij besitten
ende ghebruken moghen sonder yenigher hande wedersegghen van ons ende van al
onsen erfghenamen ende solen hem der boterpacht voerghenoemt to lantrechte waren
voer alle die ghene die daer to rechte op spreken moghen. Al arghelist uitghespro-
ken. In kennisse de waerheit heb ic Peter van Blidensteden voerscr. dessen openen breef
beseghelt mit minen seghele voer mij selven, voer Agnesen mijn echte wijf ende voer
Henric onsen sone voerscr., want sie selven ghenen seghel en hebben. Ende om ene
meerre vestenisse desser vorwarde heb wij ghebeden enen eersamen ridder, heren
Johanne van Runen, onsen heren, dat hij dessen openen brief voere beseghelen
wilde mit sinen seghele. Ende wij Johan, here van Runen, om bede willen Peters,
Agnesen ende Henrix voerscr., want desse stede coep ende oplatinghe alse voerscr.
is voer ons ende voer den ghemenen kerspele van Blidensteden gheschied is, daer die
pachtlude desser vernomeder boteren den abt ende convente van Dickeninghe die
jaerlix loveden to betalen ende to Dickenynghe to leveren, daer wij to richte seten
in enen hegheden heymale, hebben onse seghel voer an dessen brief ghehanghen.
Recto:
x
x
Archief Drents Archief
Fonds Arch. Abdij Dikninge
Toegangsnummer 440
Inventarisnr. 1
Fol.nr. fol. 19r
Regestnr. 93
Jaar 1374
Datumcode Magni
x
Taal Middelnederduits
Schrift begin 15de eeuw
Afbeelding 1
Negatief 3-Pa-79
Afbeelding 2
x
Materiaal perkament
x
Edities O0620