Nummer:haf309c | Datum: | Overlevering:Afschrift | Vindplaats:H.A. Farmsum, inv.nr. 0094, reg. 309 |
Gerardus Swollus Abbas to Wittewrum. Gerardus abt to
Tesinge, Melchior Rengers to Scharmer, Johan Tengers Ten Poste
Focco Ompteda opt Sant, Otto Clant hoeveling mit
sampt andere Schepperen van Delfsijlen Johannes
Steenwijck hoffmester van de Rode Schole, Gerardus
abt to Tesinge, Rodolphus Mepsche doctor ende pastoer toe
Bedum, Siaert Mepsche hoeflynck, Butto Auwelsma, Peter
op Onnema heert mit sampt den gemenen schepperen
van Winsummerzijle Johannes Reess
Wilhelmus Groningen kelner van Adewert, Rainck
Coeninck broeder Eede van wegen des Convents van
Selwert, Jacob Sijbolts, Siep Allarsma mitsamt de gemene
sijlvestten van Awerder sijle ende gemene schepperen
voerscr, bekennen overmits desen onsen
iegenwoordigen besegelden breve dat wij sampt
tot nut orbaer ende welfaert der gemene landen
eendrachtelicken in maten ende manieren nabescr.
op Adewerdersijl over een gekomen ende verdragen
sinnen onse sijlbrieve ende alle andere breven
onse sylvesten antreffende olde rechten
heerkomsten ende gewoenten so de een
ittelick in sijnen sylveste begrepen ende besegelt
mach hebben ende wesheer gebruiket ende geholden
ganslick in der macht to holden ende van weerden
to blijven. Of ook desen dreen zijlvesten
samt iemant besonder van emant enige insperinge
edder indracht geschahe wo de oek gelegen moegen
wesen Willen wij sant na alle onse macht
den een den ander itlick op sijnes sulven oversten helpen
verdedigen, beschutten ende bescharmen Wordt ook
ienich van desen dreen sijlvesten voerscr. hyrtoe geeischet
ende vermaent end den een den ander ganslicken
ongehoorsaem ende ongehoerich gevonden sonder
kentlicke ende bewyslicke nootsaken so sla de
ongehoerige sylveste een idtlick den anderen in
vijftich golden gulden verfallen wesen Daervoer sal
men de scheppers der angehoerige sylvesten bij
lijve ende goede meogen beletten ende besetten wo ende
waer men se kan bekomen geen tijt noch plaetse uit
bescheiden oft ock enich schepper van desen dreen
zijlvesten voerscr. is versuimich ende ongehoerich
gevonden worde de sal in sijnen sylveste enen
olden sijlvester marck verbroken hebben Ende
so oeck ienichman van sijnen sijlvesten onbehoerlicken
vorder ende wijder beclagede dan an sijn sylveste
ende also een onbehoerlicken Richter ansochte de sal syn
sylveste als sijn behoerlicke richter in twintich
fransche schilden vervallen In oorkund
ende merer vestenisse hebben wij Gerardus Swollis
abt ende Joahn Rengers voerscr, van wegen der
Zijlvestenen van Delfsijlen voergescr. Gerardus abt
to Tesinge, mester Roelef Mepsche doctor van wegen
der sylvesten van Winsummersijle ende Joahnnes
Reekamp abt van Adewert, Henricus Roll abt
van Zelwert onse segulen omme bede der anderen
gemene zijlvesten voerscr, an desen brief gehangen
inden iare onses heren 1531 des dages na Viti et Modesti.
Tesinge, Melchior Rengers to Scharmer, Johan Tengers Ten Poste
Focco Ompteda opt Sant, Otto Clant hoeveling mit
sampt andere Schepperen van Delfsijlen Johannes
Steenwijck hoffmester van de Rode Schole, Gerardus
abt to Tesinge, Rodolphus Mepsche doctor ende pastoer toe
Bedum, Siaert Mepsche hoeflynck, Butto Auwelsma, Peter
op Onnema heert mit sampt den gemenen schepperen
van Winsummerzijle Johannes Reess
Wilhelmus Groningen kelner van Adewert, Rainck
Coeninck broeder Eede van wegen des Convents van
Selwert, Jacob Sijbolts, Siep Allarsma mitsamt de gemene
sijlvestten van Awerder sijle ende gemene schepperen
voerscr, bekennen overmits desen onsen
iegenwoordigen besegelden breve dat wij sampt
tot nut orbaer ende welfaert der gemene landen
eendrachtelicken in maten ende manieren nabescr.
op Adewerdersijl over een gekomen ende verdragen
sinnen onse sijlbrieve ende alle andere breven
onse sylvesten antreffende olde rechten
heerkomsten ende gewoenten so de een
ittelick in sijnen sylveste begrepen ende besegelt
mach hebben ende wesheer gebruiket ende geholden
ganslick in der macht to holden ende van weerden
to blijven. Of ook desen dreen zijlvesten
samt iemant besonder van emant enige insperinge
edder indracht geschahe wo de oek gelegen moegen
wesen Willen wij sant na alle onse macht
den een den ander itlick op sijnes sulven oversten helpen
verdedigen, beschutten ende bescharmen Wordt ook
ienich van desen dreen sijlvesten voerscr. hyrtoe geeischet
ende vermaent end den een den ander ganslicken
ongehoorsaem ende ongehoerich gevonden sonder
kentlicke ende bewyslicke nootsaken so sla de
ongehoerige sylveste een idtlick den anderen in
vijftich golden gulden verfallen wesen Daervoer sal
men de scheppers der angehoerige sylvesten bij
lijve ende goede meogen beletten ende besetten wo ende
waer men se kan bekomen geen tijt noch plaetse uit
bescheiden oft ock enich schepper van desen dreen
zijlvesten voerscr. is versuimich ende ongehoerich
gevonden worde de sal in sijnen sylveste enen
olden sijlvester marck verbroken hebben Ende
so oeck ienichman van sijnen sijlvesten onbehoerlicken
vorder ende wijder beclagede dan an sijn sylveste
ende also een onbehoerlicken Richter ansochte de sal syn
sylveste als sijn behoerlicke richter in twintich
fransche schilden vervallen In oorkund
ende merer vestenisse hebben wij Gerardus Swollis
abt ende Joahn Rengers voerscr, van wegen der
Zijlvestenen van Delfsijlen voergescr. Gerardus abt
to Tesinge, mester Roelef Mepsche doctor van wegen
der sylvesten van Winsummersijle ende Joahnnes
Reekamp abt van Adewert, Henricus Roll abt
van Zelwert onse segulen omme bede der anderen
gemene zijlvesten voerscr, an desen brief gehangen
inden iare onses heren 1531 des dages na Viti et Modesti.
x
Archief | Groninger Archieven |
---|---|
Fonds | H.A. Farmsum |
Toegangsnummer | 619 |
Inventarisnr. | 0094 |
Regestnr. | 309 |
Jaar | 1531 |
Datumcode | cViti |