Wij stadtholder und hooftmannen der stadt und omlanden van Groningen
vanwegen coninglijcke majesteyt tho Hispanjen, als hertoch van
Brabant, grave van Hollant und erfheer der stadt und omlanden
voorschr., doen cont und bekennen mits desen, dat wij op gerichtlijck
versoeck des ed. und erntvesten heren Rutger van der Horst,
Conraat van Boven und Gosswijn van Raasfelt voor hemzelven,
und wegen der anderen heren socioteitsverwanten in achtervolg
onse voorgaende zententien en ordinantien en in conformiteit eener
executoriael commission edder patent van dato den xii zeptember
jongst, coninglijcke majesteits twee deurwaarderen, an den oick
ed. und gestrengen heren Wigbolt van Ewssum gegeven,
nochmaals ten overvloet en voor laatste reise gedachte twee
deurwaarderen, an ztadt coninglijcke majesteyt afgeveerdiget
gantsch volencomen last, bevel en commission gegeven hebben, woe
wij dan haar oick mits desen geven, om van stonden an sig na den
Opslach, genaamt Nortsoltsborg, tho ergeven en wolgemelten heren
Rutger van der Horst mit zijn mede [witruimte ca. 8 letter:] en der anderen socie-
teitsverwanten in possession en besit des zelven Opslag, zaltswark,
zaltzpannen und allen anderen tho behorigen gebruick en gereet stapel
(na luide des Colnisschen contracts ende der opgevolgde zententien,
ordinantien en commissien) tho stellen en gerichtlijck in tho wijsen
und damit dese execution en inwisonge der possession das ehen
gerichtlijcker, ordentlijcker en rechtveerdiger, sonder praejuditie en
narede van den voorschr. requiranten en partijen geschien mogen en
niemants van partijen sig namaals tho beclagen mach hebben. Hebben
derhalven den walgeleerten en erb. Peter van Maarhuisen, onsen
vanwegen coninglijcke majesteyt secretario, op 't begeren der requi-
ranten neffens den voorschr. twee deurwaarderen mede afgeveerdiget,
gecommitteert en belast, om van alle goederen (soo aldaar in
rerum natura und inderdaadt noch bevonden werden) een oprecht
und waarachtig inventarium in specie en summario to maken en
beide partijen (des versocht zijnde) ihn schriften over tho geven
teneinde dat de requiranten in die reste als billich, soo hangende
dese pleit van gemelten heren Van Ewssum uyt eygener authoriteit
tegens den bovengenoemten Colnischen contract en ergangene senten-
cien en ordinantien, daaruyt gehaalt, vercoft en vervremdet mogen
zijn) onvercort mogen blijven en tot wijder execution geholpen worden.
Gebiedende en bevelende hyrop an stadtfoochter coninglijcke
majesteyt, bij ongenade en hoogste straffinge van zijn majesteyt
en daar beneffens bij zijn poena van i^m olde fransche schilden
en de toevaart ergedachten Van Ewssum en allen anderen soo hyr
mit versocht worden, dat ghij gedachten secretarium en twee deur-
waarderen in desen hare commmission alle gehoor geven, leisten en
bewijsen, gelijck alsoo ons eygen perzonen, allent bij executie der
poenen boven gestalt, toneren van desen gevet brief und
patent wederom. Gegeven in Groningen onder ons ambtszegul den
23 octobris anno 1577
Coll. accordat
Regis sigillum. 30 jan. 1679.

x

x

Archief	Groninger Archieven
Fonds	H.A. Nienoord
Toegangsnummer	626
Inventarisnr.	0670a
Fol.nr.	fol. 33v
Jaar	1577
Datumcode	2310

x

x