Johannes Priggenhagen, decretorum doctor, deken van de St. Martinus in Bramessche en de St. Johannes baptista in Osnaburgum, kanunnik te Osnaburgum, subexecutor en commissarius apostolicus van Matheus van Porta, decretorum doctor, deken van de kerk van Claremontium, kapelaan van paus Sixtus IV, auditor causarum aan het pauselijke hof, oorkondt dat hij, hiertoe afgevaardigd door de paus, de excommunicatie en het interdict heeft ingetrokken die opgelegd zijn aan Johannes Wycherynck, Johannes Munter, commandeur te Wytwart, en Johannes Spyrinck vanwege hun verzuim het vonnis te gehoorzamen dat in de curia romana gewezen was in het proces tussen de abt en het convent van St. Juliana te Rotthum enerzijds en Onno Ewesma, ridder, diens zoon Abeko Ewesma en Hinricus Zyrcxe, pseudo-geestelijke, anderzijds, welke oorkonde bevestigd wordt door notaris Johannes Hagen van Lenep.