Henric van Echten verklaart aan Godekin ten Sconevelde te hebben verkocht de tienden over Schooneveld en ze over te dragen.

Allen luden, die desen brief zolen zeen off horen lezen, doe ick, Henric van Echten, kundich en openbare, dat ick voer my selve en myne rechten
erfgenamen hebbe vercoft ende vercope mit desen opene breive Godekin ten Sconevelde en seine erfgenamen alle den tenden groff ende smal, die ick
hadde over Schonevelt, met alle sine slachter not en al sin toebehoeren voer eyn summe van ghelde, die mi en minen erfgenamen wittelick ende wal
betaelt is. En ick, Henrick voirs., quitschelde en oplate met desen selven brieve Godekin en sine erffgenamen voirs. die voirs. tenden groff en
smal to besitten en to brucken ten rechten lantrechte sonder enigerhande ansprake van mi of minen erfgenamen, sonder enigerhande arghelist. Hier
hebben over en an geweest Roelof van Echten, Johan van Echten en Laurens Bachuis en anders goede lude. In orconde der voirsc. dingen so hebbe
ick, Henric voers., desen brief besegelt mit minen zegele. Ghegeven int jaer ons Heren dusent driehondert ende seventich des Manendaghes nae
sante Servacius dach .

x

x

Fonds	Oorkondenboek Groningen en Drenthe
Nr	575
Olim	Naar een copie van een 17de eeuws afschrift op het huis Echten.
Jaar	1370
Datumcode	LpServat

x

x

x

Materiaal	papier

x

Edities	P.J. Blok e.a., Oorkondenboek van Groningen en Drente, I (Groningen 1896), nr. 575.