Burgemeesters en raad van Groningen verklaren, dat Tese Rolevesma en zijn vrouw enig land hebben verkocht aan Johannes Naming en het deze overdroegen ten behoeve van het Heilige Geestgasthuis.

Wy, borghermestere ende raet van Groninghen, bekennen ende betughen met dezen openen breve, dat vor ons is ghekomen Tese Rolevesma van
Zuedwolde ende Wycke, ziin wiif ende becanden, dat sie hebben vercoft her Johanne Naming, provisoer van den Heylighen Gheeste, to des conventes
behoef dardehalf graes landes myt al horen tobehoren vor ene summe gheldes, de Rolef ende Wycke vors. becanden, dat hem vol ende al betaelt is.
Ende deze dardehallef gras landes vors. droghen Rolef ende Wycke up vor hem ende zine erfnamen her Johanne vors. to des conventes behoef vrij
ende quiit myt allen rechte ende eghendome ewelyken to bruken ende besitten. Dit vors. land is gheleghen in Middelberder hemmerk in den gheren
by her Bertolt Bunninghes erve, dat an die noerthzide leghet. Dat orkunde wy myt onser stad zeghel. Ghegheven in den jaer ons Heren dusent
vierhondert ende vier up sente Valentinusdach, do Everth Sickinc, Frederic van Aerlo, Albert Wycbolts ende Coppiin Jarighes borghermestere waren
onser stad .

x

x

Fonds	Oorkondenboek Groningen en Drenthe
Nr	1169
Olim	Naar het origineel in het rijksarchief te Groningen (Reg. 1404, no. 7), hoog 8,5, breed 27,5 cm.
Jaar	1404
Datumcode	Valent

x

x

x

Commentaar	Aan het stuk hangt het gewone zegel van de stad Groningen met contrazegel.

x

Materiaal	papier

x

Edities	P.J. Blok e.a., Oorkondenboek van Groningen en Drente, II (Groningen 1899), nr. 1169.