Burgemeesteren en Raad in Groningen oorkonden, dat hovedingen van het kropelgilde met eenige der gildebroeders voor hen verklaarde overgedragen te hebben aan voogden van O.V.kerk ter Ae de eeuwigdurende pacht van de hofstede waarvan getransfigeerde brief spreekt, met de 4 kamers, die op deze hofstede gebouwd zijn van het geld dat aan het gilde 'in de ere Godes ende Onser Liever Vrouwen'geschonken is, met het verzoek deze eeuwig bij de kerk te houden.

Wy Borgermestere ende Raed in Groningen betugen myt dessen openen breve dat voer ons sien gekomen de
hovedingen verder kropelgilde myt een deel der ghildebroders indertijt ende bekenden dat se voer em ende oeren
nakomelingen hebben upgedragen ende overgegeven, drogen up ende gaven over den vogeden van Onser Vrouwen
kercke ter Ae in onser stad tot behoeff der kercken vors. die hoff de myt alle oeren tobehoren mytter ewigen pacht
ende hure erfflicken ende ewliken daer de breeff van spreket daer desse breeff doer getogen is in allen formen ende
manieren to bruken ende to besitten alze de selve breeff daer aff inholdet ende uutwyset ende mytten vier kameren
die daer nu ter tijt up staen ende getymmert sint myt sodane gelt als den hovedingen ende ghildebroders vors. als se
bekanden inde ere godes ende Onser Liever Vrouwen gegeven is end gebeden hebbe ewliken byder vors. kercke
oec to bliven, sunder argelist. Dat orkonde wy myt onser stad zegel. Ghegheven in den jaer onses heren dusent
vierhundert vierende tsoventich up Sunte Loyendach, doe Gosen van Dolk, Johan Rengers vanden Poste. Alert
Clant ende Kater borgermestere waren onser stad.

x

x

Archief	Groninger Archieven
Fonds	Arch. Parochiekerken
Toegangsnummer	1539
Inventarisnr.	0210
Regestnr.	270
Register Feith	1474.011
Jaar	1474
Datumcode	Eligii

x

x

Materiaal	perkament