Nummer:par569 | Datum:30 sept. 1508 | Overlevering:Origineel | Vindplaats:Arch. Parochiekerken, inv.nr. 0011, reg. 569 |
Hilbrant Entens, Mello Tijackens, Edsze in de Groeda en Gheradus to den Berghe gedeputeerden van het hof gericht van graaf Edrard van Oostfriesland, stadhouder, beslissen bij wijze van minnelijke schikking in het hun opgedragen geschil tusschen Heer Wolter, commandeur van het godshuis te Wijdtwart en Joest van Hemmerden uit naam van zijn huisvrouw en haar zuster, dat Joost aan den commandeur voornoemd op Sunt Micheel eerstkomende 6 Arens gulden en verder jaarlijks op dien datum 11 Arensgulden zal betalen te beuren uit Galtsma heerd, met bepaling over aflossing, waartegenover de commandeur enkele verplichtingen op zich neemt. Mester Hicke ... te Emden, hoeftlinck te Doernkum en Witmunde voegt hieraan toe, op verzoek van scheidsrechters dit stuk bezegeld te hebben.
Stadtholders und Hilbrant Entens Mello Tyackens Edsze in de Groeda, Gherardus to den Berghe van heren Wolter
Commelduer des goedshuus toe Wijdtwart und Joest van Hemmerden wegen synre huusfrouwen oeck oers Suster
wegen scheling oeck twydracht van ses arensgulden dre rynsgulden und dat van achterstallige renthe unde ...........
ander de voer dussen dach sigh tusschen den vorgemelten parthen erheven moeghen hebben gedaen. Hebben
wy fruntlicher wyse erkent dat alle scheling tusschen ergemelten perthen voer huer ..........wachsen und daer up
breeff gemaket doet und krafftlos sullen syn sal doch Joest van wegen synre perthen ytzo dem vorgemelten
Commelduer ses arens gulden Und sunt Micheel negest komende unde jaerlix alle mael up de tijt einen
arensgulden uut Galtsma heert schaedlos toe manen myt payment als nu gheve und gange is geven und belaten
mach oeck Joest mit synen mit vorwant unde oren arffnamen de upgemelten elven arensgulden na oren ghefallen
mit fullen renthen aff lossen sal oeck Wiske toe Wydtwardt begheven Hyr na van den Commelduer in aller
noerdruft vorsorget worden Toe orkunde dessen hebben wy vorgemelten sampt gebeden sampt gebeden dem
hoechgeleerten Mester Hicken provest toe Emden doctor inden gheestlicken unde licentiaet inden wertlichen
rechten Und tho Doernhu ........unde Witmunde hoeft linck dussen breeff toe beseghelen. Welck lck mester Hicko
provest vorbenompt dorch frunt licher bede der upgemelten so gedaen hebbe. Orkunde ick myt mynen Ingheseghel
wit lichen beneden an dessen breeff gehangen. Gheven Tom Damme In den jare na der boert Christi
vijfteynhondert ende achte am dage Jheronimi confessoris.
Archief | Groninger Archieven |
---|---|
Fonds | Arch. Parochiekerken |
Toegangsnummer | 1539 |
Inventarisnr. | 0011 |
Regestnr. | 569 |
Register Feith | 1508.014 |
Jaar | 1508 |
Datumcode | Hieron |