Nederlands (NL)  German (DE)
Nummer:kla0357 Datum:22 jan. 1457 Overlevering:Afschrift Vindplaats:Kloosterarch., inv.nr. 20, fol. 119r, reg. 357

Alijt, weduwe van Albert Kenema, en haar zoon Johan Kenema verklaren bij stoklegging te hebben overgedragen aan abt Hinrick en het convent van Selwert 9 1/6 roeden veen met huis en hof in de marke van Zuutlaren in een stuk van veertien roeden, waarvan het genoemde convent reeds 1 5/6 roede bezit en drie roeden in bezit zijn van Clawes Menoldes, burger van Groningen, in ruil voor twee rijnse guldens rente, gaande uit het Blaewehuus in de Gelkingestrate, en een som geld, welke verklaring bezegeld wordt door Wilhelmus, pastoor te Zuutlaren, en Gerardus Boldewijns, onderpastoor aldaar.

Bron Recto Dorso Vertaling Relatie Zegels Materiaal Literatuur Index N.B.
Wij Alijt Alberts Kenema wedue unde Iohan Kenema oer zoen,
bekennen unde betugen mit desen openen brieve, dat wij hebben opgedra-
gen unde overgegeven vor ons unde onsen erffgenamen heren Henrick abd unde den
convente van Selwert van sunte Benedictus orden unde oren nacomelingen
ewelicken unde erfflicken, neghen roeden unde een sest deel van eenre roeden veen-
landes mit huus unde hoff unde mit al sijn to behoer als dat gelegen is in den
kerspel unde in der marke van Zuutlaren in een stucke van veertijn roeden
onverscheiden, daer dat vorscr. convent van Selwert mede ingelandet is
mit twen roeden een sesten deel myn unde Clawes Menoldes borger in Groe-
ningen mit dren roeden to enen steden vasten wissel vor twe rijnsche gul-
den ewiger rente uuten blaewen steenhuse in Gelkinge strate unde voer ene
summe geldes die uns vul ende al is betaelt van den Abdte unde convent vorscr.
Unde van desen vorscr. veen lande mit synen to behoer heb wij Alijt unde Iohan
vorscr. Den Abdte unde convente vorscr. den stock gelecht unde oplatinge gedaen
onder den buren van Zuutlaren als landrecht is unde gewoenlick in dien lan-
de van Drente Daer an unde over gewest hebben als erffachtige buren Helprick
Dijx Reiner Dijx Reint Ansynge Lubbert Hemsynge unde meer guder lude ge-
noech Al argelist unde nye vonde uutgesproken In orconde der waerheit heb
wij Alijt unde Johan vorscr. gebeden heren Willem cureet to Zuutlaren unde heren
Gheerde Boldewijns nu ter tyt viscureet to Zuutlaren dessen breeff vor ons
unde over ons to bezegelen want wy solven gheen zegel en bruken unde wij
Wilhelmus unde Gerardus vorscr. hebben onse zegelen an dessen breef gehangen
om Alijts unde Iohans Kenema vorscr. bede wille gegeven in den iaer ons
heren Dusent veerhondert Soven unde vijftich Op sunte Vincencius des
hilligen martelers.
Recto:
x
x
Archief Groninger Archieven
Fonds Kloosterarch.
Toegangsnummer 172
Inventarisnr. 20
Fol.nr. fol. 119r
Regestnr. 357
Olim Arch. Klooster Selwerd, inv.nr. 1, reg. 162.
Jaar 1457
Datumcode Vincen
x
Aantekeningen In cartularium ingedeeld onder S XXXII, littera prima
Afbeelding 1
Negatief 106-Q1-45
x
Oorspronkelijk getransfigeerd met kla0359.
x
Materiaal perkament