Burgemeesters en raad te Groningen verklaren dat Geert Wedick heeft gekregen van Johan Gortemaker een jaarlijkse rente, gaande uit een huis met hofstede aan de zuidzijde van de straat tussen de Botteringe- en de Ebdingepoerten en aan de zuidzijde begrensd door de stadswatering.

Wy borgermestere ende Raed in Groningen betugen myt dessen openen breve dat voer ons is gekomen Johan gortemaker
ende bekande voer em ende sine erffgenamen dat Gheert Wddick hevet ende beholdet voer em ende sine erffgenamen Achte
arnemsche gulden erffliker ende jaerliker renten teyn onser stad vlegers voer datum dessbreves gemuntet offte
payment dat daer gued voer is voer elken gulden gerekent jaerijix alze stad recht is to boren in ende uut
d r kameren mytter hofsteden achter ende voer myt alle sinen tobehoren gelegen ande zuuder zyde vander straten
tusschen Botteringe ende Ebdinge poerten daer Johan Deckers kamer naest by licht ande wester zyde ende
Thonnijs beldensnyders kamere ande oester zyd streckende zuutwert ande stad wateringe Hiir is togesproken
dat Johan gortemaker ende sine erffgenamen desse vors, achte gulden rente mogen aff ende quyt kopen tot allen
tyden wanneer em de s genoget myt vyfftich guldene drie gulden rente vors, payments sunder argelist, Dat
Orkonde wy myt onser stad zegell Ghegeven inden jaer ons heren dusent vier-hundert sovenendevyfftich des wondesdages
na sunte Luciendach doe Henric Baroldes, Otto Clant, Otto ter Hanzow ende Gosen van Dulk borgermestere waeren onser stad.

x

x

Archief	Groninger Archieven
Fonds	Kloosterarch.
Toegangsnummer	172
Inventarisnr.	389
Regestnr.	372
Olim	Arch. Olde Convent, inv.nr. 12, reg. 26.
Jaar	1457
Datumcode	EpLucie

x

x

x

Commentaar	Met het stadszegel

x

Materiaal	perkament