Burgemeesters en raad te Groningen verklaren dat Frederich Alberts en Ebbeken Vrederics hebben overgedragen aan abt Marsilius en het convent van Selwert 7 1/2 guldens van de negen guldens rente, bedoeld in de hierbij getransfigeerde akten, als aandeel van conventszuster Tobe, dochter van Herman Brants zuster, in de erfenis van wijlen genoemde Herman Brant.

Wij borgemestere ende raed in Groningen betugen mit dessen openen
breve dat vor ons sint gecomen Frederick Alberts ende Ebbeken Vrederics ende
becanden vor em ende oren erffgenamen dat sie hebn oppgedragen ende overgegeven
droegen opp ende gaven over den eersamen meister Marsilius abd ende den
convente van Selwert bij onser stad tot behoeff des convents vorsc. ende oren
nacomelingen achten halven arnems gulden rente van die negen gulden rente daer
die breve van spreken daer desse brieff doergetogen is vrij ende quijt eeweliken ende
erffliken toe bruken ende toe besitten in allen formen ende maneeren als die selve
breve daer aff inholden ende uutwijset alsoe den abd ende den convente vorsc. dat in
vrunscappen toe gededinget is als van die naegelaten guederen saliger Herman
Brant die een deels verstorven weren in den selven convente mit Cobe saliger
Herman Brants suster een medesuster des vorsc. convents daer mede die abd vors.
ende dat convent affgescheiden sullen wesen tot eewigen dagen van die nagela
ten gueden vorg. sonder argelist. Dat orkonde wij mit onser stad zegel. Ge-
geven in den jaer ons heren dusent vierhondert ende negen ende tachtentich
des donredages nae sunte Johannesdach decollationis doe Sweeder Kater
Coppijn Jarges Roeleff Mepsche ende Herman Leewe borgemestere weren onser
stad.

x

x

Archief	Groninger Archieven
Fonds	Kloosterarch.
Toegangsnummer	172
Inventarisnr.	20
Fol.nr.	fol. 060r
Regestnr.	773
Olim	Arch. Klooster Selwerd, inv.nr. 1, reg. 380.
Jaar	1489
Datumcode	JpDecJoh

x

x

x

Materiaal	perkament