Nederlands (NL)  German (DE)
Nummer:par766 Datum:26 juni 1540 Overlevering:Origineel Vindplaats:Arch. Parochiekerken, inv.nr. 0554, reg. 766

Heyne Bebynck verklaart verkocht en overgedragen te hebben aan Claus Lubbers een jaarlijksche rente van 6 rijder gulden, te beuren uit zijn half huis in Bruggestrate en al zijn overige goederen; met bepaling omtrent de wederinkoop dezer rente. Burgemeester Eltet toe Lellens voegt hieraan toe, deze verklaring op Heyne 's verzoek bezegeld te hebben.

Bron Recto Dorso Vertaling Relatie Zegels Materiaal Literatuur Index N.B.
Ick Heijnne Bebijnck bekenne ende betughe mijt dessen openen bezegelden breve dat ick hebbe verkofft up
ghedragen ende overghegeven voer mij ende mijnen arffgenamen Claus Lubbers voer hem ende synen arffgenamen
sess rijder gulden jarlycke renthe jarlyckes toe maenen ende toe boeren uut ende over mijn halve huus staende in
Bruggestrate achter ende voer mijt alle sijn toe behoer Wijllicke Doekens up dat oessten ende Mense Schoer up dat
westen naest bij gezwettet sijnt Ende voort uut ende over al mijn ander goederen bynnen Gronnijngen off bueten
Gronnijnghen oeck waer de gheleghen moegen wesen neet dar van uutbescheijden vrij ewelijck ende arfflyck dar
uut toe leveren ende toe waeren vor alle ansprake voer eene summe van pennijnge de mij Heijnno van Claus vorscr.
vul ende all wal betalt bijnt ende dancke hem goeder betalynge Hijr ijs toe ghesproeken ende mede inbevoerwert
dat Heynne off sijnne arff genamen van Claus Lubbers off synnen arfgenamen desse sess rijder gulden rente des
jars mach weder off loessen ende vrij koepen toe allen tijden wanner hem des ghenoeget ter tijt mijt vijfftich rijder
gulden dree rijder gulden off mijt de hundert rijder gulden de ssesse hoe Heijnnen dijt besst belijevet dartich
Gronnijnger stuvers vor elcken ghulden gerekent off paijment dat dar guedt voer is onder tijt der loesse ende mijt
der vuller rente des saterdages nae sunt Johannes toe mijdtsommer sunder argelist In Orkunde ende een tuech der
waerheit als mij Heynno Bebijnck aldus belijevet heefft als vorscr. is Soe hebbe ick ghebeden den Eerbaeren
erenfesten borgemester Eltet toe Lellens dessen breff aldus over mij toe bezegelen dat ick Eltet borgemester
vorscreven omme Heijnne bede wijllen gherne ghedaen hebbe Ende hebbe mijn zeghel wijttelijcken beneden an
dessen breeff ghehangen ghegeven inden jar ons heren dusent vijffhundert ende vijertich des saterdages na sunt
Johannes toe mijdt sommer.
Recto:
Dorso:
x
x
Archief Groninger Archieven
Fonds Arch. Parochiekerken
Toegangsnummer 1539
Inventarisnr. 0554
Regestnr. 766
Register Feith 1540.007.1
Jaar 1540
Datumcode SpNatJoh
x
x
x
Afschrift: nhg002df.
x
Materiaal perkament