Ick Johan ten Picvelde bekenne myt desse tegenwordyge ondergete
kende hantschrift, also de borgemesteren der Stadt van Covorden, als Leffert
vander Lippe, Egbert van Naehues, Jasper Kittel ende Johan van Cock
mij unde myn huesfrouwe Gese met oeren kijnderen hebben angenomen
voer borgeren binnen Covorden, naden wij een egen stede met een
hues daer up staende hebben, soe sette Ick met myn huesfrouwe al onse
guet toe onderpande dat wy nuu hebben ofte noch namaels ver
werven moegen, ofte tot enyger tyt bevonden muchte worden, dat mijn
huesfrouwe ofte oren kynderen nyet behulpelyck syn sall sunder all arch
ende list oerconde der waerheijt, soe hebbe ick Johan ten Picvelde
mijn merck hyr onder gesat unde gebeden, de borgemesteren voerscr.
oere handen hyr onder toe setten, dat wij verscr. gedaen actum anno XV
twe ende tsestich den XXIX december.
Lefert vanden Lippe (Handtekening)
Egbert van Naehues "
Jasper Kettell "
Johan Cock "
O: Dit is de hantschrift van Johan ten Picvelde.

x

x

Archiv	Drents Archief
Bestand	Arch. Coevorden
Zugangsnummer	116
Inventarnr.	0160
Jahr	1562
Datumcode	2912

x

x

x

Material	papier