Hinricus Clinge, abt in Dickeninge, als door den bisschop van Traiectum hiertoe gecommitteerd rechter, draagt den priesters in Rolde, Anloe, Borgeren en Beylen enz. op, Engelbertus Lantynge, Harderus Dysinge, Johannes Meygeringe, Mauricius Elsinge, Johannes Elsekinge, Zygerus Alinge en Hinricus Doemers junior en de overige buren in Banloe, wien het aangaat, te vermanen, binnen 14 dagen te voldoen aan zijn interlocutoir vonnis dd. 1442 feria quinta post Elizabeth vidue que fuit vicesima secunda dies mensis Nouembris, - waarbij hij aan de abdij in Assen en de commanderij der Duitsche orde in Bonne toewees den eigendom van het groenland dat Gelebroeck in het kerspel van Rolde en de marke van Witten, en genoemde buren van Banloe veroordeelde in de kosten en schaden, begroot op 92 rijnsguldens, en de vruchten van het groenland ontvangen tijdens het proces, welk vonnis hij tevens wijzigt in een definitief; en hen bij niet voldoening als geëxcommuniceerden af te kondigen. Met opdracht, hunne uitvoering van dit bevel bij transfix kenbaar te maken.