Nederlands (NL)  German (DE)
Nummer:dik296 Datum:9 aug. 1458 Überlieferung:Origineel Fundstelle:Arch. Abdij Dikninge, inv.nr. 35, reg. 296

helmich van ittersum, proost van den Zwartenwater, wolter stellingh ambtman van Coeuerden en van het land van Dreente, egbert van den ruetenberghe en harmen haeghen, als moet-soenslude tusschen de abdij te Dinglinghen en reynolt en roeleff van den CLOESTERE gebroeders en de kinderen van eerstgenoemde in hun geschil over het visch- en jachtrecht (in en bij de Reest) bepalen :1. dat beide partijen zullen visschen van de Yuhorsterbrugge stroomop tot aan den stal van johan alberts toe Stapel; 2. dat de abdij alleen zal visschen van die brug stroomaf tot aan haren stal, en in den grooten kolk beneden haren stal; 3. dat reynolt c.s. alleen zullen visschen achter Hauickes-horst, tenzij zij bekenden daartoe geen recht te hebben; 4. dat beide zullen visschen beneden reynolt's marke; 5. dat beiden zullen jagen en hoenders vangen op elkanders land; 6. dat alle geschillen hierover steeds aan hen, scheidsrechters, zullen staan, terwijl zij bij overlijden zich door coöptatie zullen aanvullen. Met medebezegeling met het conventszegel en door reynolt en roelef voornoemd.

Quelle Recto Rückseite Übersetzung Relationen Siegel Material Literatur Index N. B.
Recto:
x
x
Archiv Drents Archief
Bestand Arch. Abdij Dikninge
Zugangsnummer 440
Inventarnr. 35
Regestnr. 296
Jahr 1458
x
Sprache Middelnederduits
Abbildung 1
Negativ 6-Mc-2
x
Material perkament
x
Kommentar De 7 zegels zijn verloren.