joest leuwe, arent houinge, henrick van munster bastaard en steuen ter maeth verklaren - als scheidslieden van wege de geërfden in Anrepe en in Halen in hun geschil over een door die van Anrepe begraven stuk hooiland, dat volgens die van Halen behoort tot dat Gelebrock - te hebben bepaald: 1. dat die van Anrepe overeenkomstig hunne scheidsbrieven, welke volledig van kracht zullen blijven, voor gemeenschappelijk gebruik zullen laten liggen l 1/2 vierendeel van het begraven stuk hooiland door partijen te zamen af te meten; 2. dat partijen geen land zullen afgraven van de volgens de scheidsbrieven gemeenschappelijk te gebruiken gronden.