Nummer:han670al | Datum:1 febr. 1593 | Überlieferung:Afschrift | Fundstelle:H.A. Nienoord, inv.nr. 0670a, fol. 50v |
Copia
Ick Harke Alberts doe cundt, bekenne ende belijde in und vermits desen
mijnen openen besegelden brieve voor mij ende mijnen arfgenamen woe
dat ick hebbe verkoft, opgedragen ende overgegeven, drage op ende geve over
in cracht van desen den erenthph: unde vromen Eling Fossema
ende zijnen erfgenamen zekere thwee mat hooylandts, daar ick Harke
Alberts, den rechte genoechsaam bescheit van mijner moeder Imke
Fossema daartho geauthoriseert om tho vercopen en die penningen tho
ontfangen hebbe vertoont, liggende tho Marum geheten Bolke kamp, daar
die patroon van Marum op 't oosten, ende Zywert Wyema op die wes-
terzijdt naast bij gelandt, streckende mit die zuidereynde an dat diep
ende mit dat noordereynde an dat Olde diep, ende dat voor een summa van
penningen als naamlijk 40 daler, den daler a 30 stuiver, die ick Harcke
Alberts van Eling Fossema ende zijnen erfgenamen tot mijnen vullen
genoegen hebbe ontfangen ende bedancke den voorschr. Eling Fossema
darvan guder oprechter betalinge ende vuldaat den eersten penning mit
den lesten, welke voorschr. thwee mannemat hooylandts ick Harcko
Alberts anneme voor mij ende mijnen arfgenamen vrij ende franck tho
leveren, hoeden ende waren, voor alle actie ende ansprake de daar met recht
ofte buiten recht op spreken muchten. Sunder alle arglist. In orconde der
waarheydt ende meerder vestenis van desen, hebbe ick Harcko Alberts
gebeden den e. erbaren ende vroomen Rutger Auwema, grietman,
desen brief minent wegen tho willen segelen, datwelcke ik Rutger
Auwema dorch bede halven van Harcco Alberts alsoo gedaan ende
hebbe mijn angebooren zegul beneden an desen doen hangen, die gegeven
is den 1 februarii 1593. Subsc.
Rutger Auwema
Scriptum Groningae, veneris 14 febr. 1679.
P.s. Dit is naderhant weder verkoft.
Ick Harke Alberts doe cundt, bekenne ende belijde in und vermits desen
mijnen openen besegelden brieve voor mij ende mijnen arfgenamen woe
dat ick hebbe verkoft, opgedragen ende overgegeven, drage op ende geve over
in cracht van desen den erenthph: unde vromen Eling Fossema
ende zijnen erfgenamen zekere thwee mat hooylandts, daar ick Harke
Alberts, den rechte genoechsaam bescheit van mijner moeder Imke
Fossema daartho geauthoriseert om tho vercopen en die penningen tho
ontfangen hebbe vertoont, liggende tho Marum geheten Bolke kamp, daar
die patroon van Marum op 't oosten, ende Zywert Wyema op die wes-
terzijdt naast bij gelandt, streckende mit die zuidereynde an dat diep
ende mit dat noordereynde an dat Olde diep, ende dat voor een summa van
penningen als naamlijk 40 daler, den daler a 30 stuiver, die ick Harcke
Alberts van Eling Fossema ende zijnen erfgenamen tot mijnen vullen
genoegen hebbe ontfangen ende bedancke den voorschr. Eling Fossema
darvan guder oprechter betalinge ende vuldaat den eersten penning mit
den lesten, welke voorschr. thwee mannemat hooylandts ick Harcko
Alberts anneme voor mij ende mijnen arfgenamen vrij ende franck tho
leveren, hoeden ende waren, voor alle actie ende ansprake de daar met recht
ofte buiten recht op spreken muchten. Sunder alle arglist. In orconde der
waarheydt ende meerder vestenis van desen, hebbe ick Harcko Alberts
gebeden den e. erbaren ende vroomen Rutger Auwema, grietman,
desen brief minent wegen tho willen segelen, datwelcke ik Rutger
Auwema dorch bede halven van Harcco Alberts alsoo gedaan ende
hebbe mijn angebooren zegul beneden an desen doen hangen, die gegeven
is den 1 februarii 1593. Subsc.
Rutger Auwema
Scriptum Groningae, veneris 14 febr. 1679.
P.s. Dit is naderhant weder verkoft.
x
Archiv | Groninger Archieven |
---|---|
Bestand | H.A. Nienoord |
Zugangsnummer | 626 |
Inventarnr. | 0670a |
Fol. Nr. | fol. 50v |
Jahr | 1593 |
Datumcode | 0102 |
x
Notizen | In margine: Den 20 augusti 1595 is die ed. e. Rutger Auwema overleden en den 9 febr. 1634 is die e. e. Eling Fossema overleden, olt 66 jaer. |
---|---|
Abbildung 1 | |
Kommentar | fol. 50v |