Hylke, weduwe van Focken op de Breerth, verklaart te hebben verkocht aan abt Hinrick en het convent van Selwert zeven forlingen land, aan de zuidoostzijde begrensd door de noodweg op Raswerder Medum, aan de zuidwestzijde door de Olde Weer en aan de noordoostzijde door Dudyngeheem, welke verklaring bezegeld wordt door Wabbadus, pastoor te Werphum.

Ick Hylke Focken wedue opp die Breerth Bekenne in dessen openen
breve Dat ick om kenlicke noetsaken mijnre kinderen als mijnen cureet unde
wedmans wal condich is heb vercofft oppgedragen unde overgegeven van
mynre kijnderen wegen heren Hinrike Abd unde convent van Selwert ewelike unde erffli-
ke Soven forlinge landes gelegen onverscheiden an des conventes land
vorscr. bij Diudinge heem daer die notwech opp Raswerder medum bilicht
ter zwette op die zuedoester zijde unde die olde weer op die dat zuetwest unde
sprinckt mitten noert oester einde an Dudyngeheem Vor ene summe geldes
die mij vul ende all betaelt is to mijnre kindere behoeff sonder argelist In orconde heb
ick gebeden heren Wabben mijnen cureet to Werphum in tegenwoerdicheit Menne
Henrixama unde Azega Hannekama mijnen wedmans wedmans wijse to gero-
pen Den mijne noetzake wal kenlick synt dessen breeff vor my unde vor mijnen kin-
deren to bezegelen ende ick Wabbadus cureet vorscr. heb mijn zegel an dessen breeff
gehangen gegeven in den iaer ons heren Dusent veerhondert Soven unde vijff
tich Op elven dusent mageden Avent.

x

x

Archiv	Groninger Archieven
Bestand	Kloosterarch.
Zugangsnummer	172
Inventarnr.	20
Fol. Nr.	fol. 099r
Regestnr.	370
Olim	Arch. Klooster Selwerd, inv.nr. 1, reg. 170.
Jahr	1457
Datumcode	vXImVir

x

x

Material	perkament