Burgemeesters en raad te Groningen verklaren dat Griete Wichringe en haar zoons meester Johan en Rande hebben geschonken en overgedragen aan de ministerse en de gemene zusters van het Olde Convent in Groningen alle landen en renten die het convent van hen in gebruik heeft, onder voorwaarde dat Verneer, dochter van Griete en zuster van Johan en Rande, tot haar dood in het convent mag wonen.

Wy borgermestere ende Raed in Groningen betugen myt dessen openen breve dat voer ons sint gekomen
Griete Wicheringe meyster Johan ende Rande oer zoens ende bekanden voer em ende oeren erffgenamen dat
sie hebben vryende quijt t guede gescholden, drogen upende geven over erffliken den
ministerschen ende gemen zusteren des olden conventes in onser stad ale alsodane land ende rente alze
de zussteren voren. tot dessen dae to gebruket ende geboert hebben ende myt Berneer Grietens vors.
dochter, meyster Johans ende Randes vors. zuster ontfangen hebben myt allen rechte ende eygendome to bruken
ende to besitten inden dat Berner vorgen. inden vors. convente oer levent eyndiget ende daer inne stervet
sunder argelist. Dat Orkonde wymyt onsr std secreet Ghegeven inden jaer ons heren dusent vierhundert
een endetsestich des dinxdages na sunte Laurentius dach martiris

x

x

Archiv	Groninger Archieven
Bestand	Kloosterarch.
Zugangsnummer	172
Inventarnr.	331
Regestnr.	434
Olim	Arch. Olde Convent, inv.nr. 3, reg. 36. Reg. Feith 1461.2.
Jahr	1461
Datumcode	MpLauren

x

x

Material	perkament