Burgemeesters en raad te Groningen verklaren dat Gherke en Roloff, gebroeders en kinderen van wijlen Ghijsen te Baerle, en Johan Dreyer verklaard hebben dat zij geen aanspraak hadden en hebben op het goed van de in het klooster Essen overleden Johan Korffmaker op grond van de hierbij getransfigeerde akte (kla0189), maar dat het convent hun toch een bedrag van veertig arnhemse guldens geschonken heeft voor de moeite en kosten die zij gedaan resp. gemaakt hadden voor bemiddeling, terwijl het convent voortdurend in het bezit zal blijven van het goed van Johan.

Wy borgermestere ende Raed in Groningen betugen myt dessen openen breve dat voer ons sint gekomen Gherke ende Roloff
gebroders salige Ghysen kinderen toe Baerle ende Johan Dreyer ende bekanden samentlike voer em ende oeren erffgenamen
wo dat sie onderwyset sint van wegen des conventes van Essen by onser stad Groningen gelegen van oeren vulmachtigen
gekoren seggesluden sie an beyden zyden daer to geramet gekoren ende gesat hebben dat sie gene ansprake en hebben
offte hadden up Johan Korffmakers guet saliger gedachte die to Essen gestorven is na den rechte ende na uutwysinge
desbreves, daer dyt transfix doer getogen is, soe sie zijck oec inder waerheit voelen waer omme sie den selven
breeff in synre macht ende van weerden kennen ende holden. Des so hevet nochtans dat convent vorscreven van dogeden den
vorscreven personen een hovessche gave geschencket ende gegeven als viertich arnemsche gulden voer oer onlust ende teringe
die sie dair omme gedaen hebben van vrentscappes wegen doer begeerte der zoenslude vorscreven waer omme desse vorscreven
personen schelden vry ende quyt voer em ende oeren erffgenamen tot ewygen dagen als de sibbeste vrenden tot saligen Johanne
Korffmaker vorscreven den convente vorgenoemd. Ende mede van wegen Hermans der vorscreven gebroders broder de em dat myt Johan
Snubbert gemachtiget hevet onder oers kercheren zegel her Wolter to Oldersum ende breeff bezegelt sunder yenigerleye in
seggen tot ewygen dagen te holden den wy dair van gesien hebben so dattet vorscreven convent sall beholden vry ende quyt tot ewygen
dagen alle alsodane gelt ende guet als salige Johan vorscreven inden vorgenoemde convente gebrocht ende nagelaten hefft. Ende desse
vorscreven personen loven voer em ende oeren erffgenamen dat vry to waren den convente vorscreven so dat dair nemant sybber offte soe
sibbe to sint als de gebroders vorgenoemd voer alle degene de des to rechte komen wyll die dair vorder ansprake up
doen sall van sybdiels offte erfftaels wegen men schelden dat vry ende quyt tot ewygen dagen to guede den convente vorscreven
sunder yenigerleye ansprake bet dair van te lyden als vorscreven is sunder argelist. Dat orkonde wy myt onsen stad zegell.
Ghegeven inden jair ons heren dusent vierhundert negenendetsestich des vrydages na onser Vrouwen dage assumptionis doe
Henric Baroldes, Gosen vanden Grave, Otto ter Hanzow ende Johan Tedema borgermestere waeren onser stad.

x

x

Archiv	Groninger Archieven
Bestand	Kloosterarch.
Zugangsnummer	172
Inventarnr.	152
Regestnr.	525
Olim	Arch. Klooster Essen, inv.nr. 13, reg. 61.
Jahr	1469
Datumcode	VpAssMar

x

x

x

Kommentar	Met het stadszegel

x

Material	perkament

x