Burgemeesters en raad te Groningen verklaren wegens een lening schuldig te zijn aan Gheerd, abt te Selwert, 531 gouden overlandse rijnse guldens, waarin tevens 183 rijnse guldens begrepen zijn wegens levering van balken.

Wij borgemestere ende raed in Groningen bekennen mit dessen openen brie-
ve schuldich toe wesen den eersamen heren Gheerd abd toe Selwert toe behoeff des
vors. convents vijffhondert golden rynssch gulden ende enen dertich golden rynssch
gulden van geleenden ende gerekenden gelde hie ons guetliken toe onser stad noet-
druffts behoeff geleend ende verlecht heft in welken gelde vorg. mede ingerekent
sint hondert ende drie ende tachtentich golden rijnssch gulden heerkomen van Balken
hie ons oeck guetliken toe onser stad behoeff verlecht hefft welker ghelt vorg. wij
vor ons ende onse nacomelingen des rades guetliken ende wal loeven toe betalen den
abdt offt den convente vorsc. tot oren willen sonder argelist. Dat orkonde wij
mit onser stad zegel. Gegeven int jaer ons heren dusent vijffhondert op sunte Va-
lentinusdach doe Henrick Reborch These Jarges Jacob Grovens ende Gheert
Leewe borgemestere weren onser stad.

x

x

Archiv	Groninger Archieven
Bestand	Kloosterarch.
Zugangsnummer	172
Inventarnr.	20
Fol. Nr.	fol. 044v
Regestnr.	878
Olim	Arch. Klooster Selwerd, inv.nr. 1, reg. 439.
Jahr	1500
Datumcode	Valent

x

x

Material	perkament