Johannes Greven, abt van Adewerth, Nicolaus Gelmuden, abt in Marna, Henricus Lontzen, abt van Selwert, Egbert Clant te Uuthusen, Jurgen Jarghes, Erenst van Iselmuden, Rutgerus van Linden, commandeur van Warphum, Bernardus Buntlage, commandeur van Wijtwart, Allert Tamminga, Coppen de Mepsche, Lambert Tyaerda van Starckenborch, Datho Broersema en Johan van Blanckevoert verklaren dat de incorporatie van landen van het voormalige klooster Barthe bij het convent te Schildtwolde om verschillende redenen nog geen effect heeft gehad en dat, indien niet snel verandering optreedt, het convent van Schildtwolde ten gevolge van armoede opgeheven zal moeten worden. Voorts verlangen zij dat laatstgenoemde convent in het werkelijk bezit van de bedoelde goederen wordt gesteld.