Nederlands (NL)  German (DE)
Nummer:kla1164 Datum:17 april 1600 Überlieferung:Origineel Fundstelle:Kloosterarch., inv.nr. 229, reg. 1164

Rudolff de Mepsche, jonker en hoofdeling te Dursum in Den Ham, Loppersum, Stedum, Scharmer etc., bevestigt de overeenstemming tussen Anthonius Trajectensis, commandeur te Oesterwerum, enerzijds en Havick Louwens en meester Tjaert Thonisson, gevolmachtigden van de eigenaren en gebruikers van de landen te Hoexmeer aan de grauwe Dijck anderzijds, over het gebruik door laatstgenoemden van een noodweg over kloosterlanden aldaar, welke weg loopt vanaf het zuidoosten van Hoexmeer over het Mollenheem noordwaarts tot aan het westen van het maar.

Quelle Recto Rückseite Übersetzung Relationen Siegel Material Literatur Index N. B.
Rudolff de Mepsche thoe Duisum inden Ham Loppersum Stedum Scharmer etc. jonckher unde hoeeffttelinck dhoe kondt unde toe weten in
vermitz dessen openen versegelten brieve, hoe dat voer my in hoer egener personen erschenen sinnen die (?) Erwerde [...](?) andachtige unde Erbar her
Anthonius Traiectensis commenduyr thoe Oesterwerum eens, unde de erba. Havick Louwens mit den oeck Erbar Meester Tiaert Thonisson voer hoer
selver ende als volmachten der egenaren oder gebruyckeren, so voer als [...] landen hebben oder gebruycken gelegen toe hoexmeer, [...] an ende over den
grauwen dyck allen by openbair doechdelicke register by namen unde groenlanden grastallen, vertekent (?) anderdeels, verclaerden (?) allen unde yder (?)
in qualiteyt als voerscr. nhadem dorch des waters gewalt hoeren gewoontlicken hoeywech voer etlicke jaren affgewaschen, unde tot niete gekomen was
daerdorch zel uyder (?) jaerlicx tot merckelicke schaden hoeren vruchten edder hoey toe huys toe varen genadelet, unde verhindert worden hadden derwegen (?)
om allen sodanen unde w yder schaden toe vermyden, mit goeden rade unde gemene consent, voer hoer ende hoeren nhakomelingen eendrachtelick
egentlick stedevast unde onwederwarpelick gekocht gehandelt unde verdragen omme ten ewigen dagen, enen vrijen onbespierden hoeywech edder
gemenen notwech over des convents van Oesterwerum landen toe hebben unde toe genieten Op vorwarden ende in manyren hyr na bescr.
de Eerweerde unde andachtige heer commenduyr voergescr. accordeert ende staet krachte desses ten ewigen dagen thoe, mit
consent unde belijvent zyn Eerw. conventsluyden, voer hoer ende hoeren nhakomelingen den voerbenoempten coperen unde contrahenten edder
hoeren erven unde nhakomelingen allen unde yderen enen vryen onbespierden hoeywech edde notwech nemende den anfanck in hetsuut oosten
van hoexmeer over het mollenheem streckende recht op in het westen by het meer so na als kan geschieden unde bepalet sall worden
bes anden olden wech. Mit den bescheide so wanneer de voergescr. wech van het water mach affspoelen, sullen unde moegen in den gefall,
de gemelte coperen sonder ijemandes inspieringe den vollenkomen macht hebben, de palen uut toe trecken, unde so voele hoger toe steken,
in billickheyt als de nootdrukt sall eyszen, unde dat in bywesentz des heren commenduyrs indertyt, darsec operen unde hoeren
nhakomelingen ten ewigen dagen eem vryen hoeywech over des convents landen van Oesterwerum moegen hebben unde genieten
Ende dat voer een summa geldes so de gemelte heer commenduijr `bekande uut handen der voergescr. volmachten ten ewegen date coperen,
toe dancke tot zyn g[...] all deg[...] unde wall den lesten penninck mitden eersten, tot proffyt unde behoeff zynes conventes
ontfangen unde genoten toe hebben den opgemelten coperen derwegen hyr mit goeder voldaen unde betalinge ten ewigen dagen danckende
quiterende unde vrysprekende, belovet dem nha unde nemet hyrmit an, der heer commenduyr voerscr. voer hem ende zynen nhako-
melingen wegen zyn convent den gemelten coperen hoeren [...] unde nhakomelingen den voergeroerten hoey edder notwech stedes voer
allen arven imenen ende anspraken vrye toe leveren unde toe wairen. Alles voergescr. op recht sonder enich bedroch Tot waerder
Orkonde unde Vestenisse vantgen voerscr. hebbe ick Jonckher unde hoefftelinck dorch begeerte der opgemelte contrahenten unde
r [...]den mynen angeboren segell hyr beneden an tween dessen gelyck luydende certeren daer aff yder parten een ontfangen wettlick
gehangen ende de selvige mit ende beneffens den heer commenduyr mit myne ehristlicke nhame onder gescr. geschreven
toe Loppersum int jair ons heren sestienhonderd den soeventienden dach Aperilis
Antonius van Utrecht Rudolff De Mepsche
Commenduer tho
Oesterwerum
Recto:
Rückseite:
Siegel:
x
x
Archiv Groninger Archieven
Bestand Kloosterarch.
Zugangsnummer 172
Inventarnr. 229
Regestnr. 1164
Olim Arch. Klooster Oosterwierum, inv.nr. 7, reg. 26**. Reg. Feith 1600.57.
Jahr 1600
Datumcode 1704
x
x
x
Kommentar Met het zegel van Rudolff de Mepsche
Volgnummer: 1
Zustand licht beschadigd
Material was
Farbe rood
Siegelform rond
Befestigung sur double queue
Siegler
Vorname Rolof
Zusatz de
Nachname Mepsche
Voorzijde
Randschrift S(igillum) RUDOLFF DE MEPSCHE
Abbildung 1
Negativ 101-V3-80
Contrazegel
Randschrift RM.
Form ovaal
Abmessung (mm) 17 x 13
Abbildung 1
Negativ 101-V3-81
x
Material perkament