Nummer:ogd0404 | Datum:12 nov. 1347 | Überlieferung:Editie | Fundstelle:Oorkondenboek Groningen en Drenthe, nr. 404 |
Roelf van Echten verklaart ten behoeve van zijn broer Volker afstand te hebben gedaan van zijn vaderlijk erfdeel.
Allen denghenen, de dessen bref zolen zeen of horen lezen, do ic Roelf van Echten, Volkers
ende Godevardes broder van Echten cundigh ende bythoge dat oppenbare in dessen breve,
dat ic ende mine rechte ervande de vifentwintich marc ende de dertigh scillinghe, de ic des jares darof antvengh, ende al min vaderlic eerve
Volkere van Echten minen broeder ende al sinen rechten aneervanden sunder allerhande arghelist hebbe quijtghescolden ende sceelt quiit in dessen
breeve. Updat dit al stede ende vast bliven, soe (heb) ic Roelf van Echten vorghescreven beeden heer Reynalde, den heeren van Kovorde, ende
Godevarde van Groninghe dessen breef mit mi to bizeghele. Ende wi Reynalt, heere tot Kovorde, ende ic Godevart van Groninghe umme beedde willen
Roelves vorghescreven hebbet unse seghele mit den sinen ghehanghen in dessen breef in vastenisse aller dinghe. Gheven in daet jaer unses Heren
ducent drehundert sevenanvertich op suntte Lebnines dag in den wintter.
ende Godevardes broder van Echten cundigh ende bythoge dat oppenbare in dessen breve,
dat ic ende mine rechte ervande de vifentwintich marc ende de dertigh scillinghe, de ic des jares darof antvengh, ende al min vaderlic eerve
Volkere van Echten minen broeder ende al sinen rechten aneervanden sunder allerhande arghelist hebbe quijtghescolden ende sceelt quiit in dessen
breeve. Updat dit al stede ende vast bliven, soe (heb) ic Roelf van Echten vorghescreven beeden heer Reynalde, den heeren van Kovorde, ende
Godevarde van Groninghe dessen breef mit mi to bizeghele. Ende wi Reynalt, heere tot Kovorde, ende ic Godevart van Groninghe umme beedde willen
Roelves vorghescreven hebbet unse seghele mit den sinen ghehanghen in dessen breef in vastenisse aller dinghe. Gheven in daet jaer unses Heren
ducent drehundert sevenanvertich op suntte Lebnines dag in den wintter.
x
Bestand | Oorkondenboek Groningen en Drenthe |
---|---|
Nr | 404 |
Olim | Naar het origineel op den huize Echten, hoog 9, breed 16 cm. Ook gedrukt bij Magnin, II, 1, blz. 42, in de noot. |
Jahr | 1347 |
Datumcode | Lebuin |
x
Kommentar | Aan het stuk hangen drie zegels. Het eerste in bruine was, vertoont een driehoekig schild met drie arenden, in vlucht, 2, 1; van het randschrift is slechts leesbaar : . . . ROL .. . E. . . EC . . . Het tweede in bruine was, een driehoekig schild met een adelaar in vlucht, waarboven een helm met vlucht; het randschrift luidt : S REYNO . . . DNI DE KOVORDE MILIT. Het derde, geschonden, in groene was, vertoont een driehoekig schild met een dwarsbalk; het randschrift is verdwenen. |
---|