Nummer:ogd0523 | Datum:9 juni 1363 | Überlieferung:Editie | Fundstelle:Oorkondenboek Groningen en Drenthe, nr. 523 |
Eduard, hertog van Gelre, graaf van Zutphen, verklaart in tegenwoordigheid van Reynout, heer van Coevorden, met Jan van Meurs, drost van Gelre, te hebben afgerekend.
Wy, Edwart, bi der genaden Goits hertoge van Gelre ende greve van Zutphinne, doen kont allen luden, dat ons her Jan van Moersse, onse raet ende
drossate tot Gelre, ter tijt gerekent heeft in tiegenwordicheit . . . heren Reynouts, des heren van Covorden, ... In orkonde des hebben wy onsen
zegel an desen brief doen hangen. Gegeven in den jare ons Heren dusent dryhondert dry ende tseistic des Vridages nae sent Bonifacius dach in
Junio mense.
drossate tot Gelre, ter tijt gerekent heeft in tiegenwordicheit . . . heren Reynouts, des heren van Covorden, ... In orkonde des hebben wy onsen
zegel an desen brief doen hangen. Gegeven in den jare ons Heren dusent dryhondert dry ende tseistic des Vridages nae sent Bonifacius dach in
Junio mense.