| Nummer:ogd0853 | Datum:25 april 1393 | Überlieferung:Editie | Fundstelle:Oorkondenboek Groningen en Drenthe, nr. 853 |
Wiliam, abt van het klooster Marienweerd, en Johan Klunsevoet, officiaal van de bisschop van Münster in Friesland, geven vidimus van de oorkonden nos. 415, 419 en 757.
Wy, Willam, by der ghenade Godes abt van sente Marienweerde, des ghestichtes van
Utrecht, Johan Klunsevoet, officiael van Vreesland des ghestichtes van Monster, doen
kundich ende kenlich allen luden , de dezen breef sullen zien of horen lezen , dat wy hebt ghezien enen openen breef, beseghelt met seghelen her
Reynoldes , here van Covorde
ende van Borclo , ende des landes van Drenthe , gans ende ghave , sunder rasuer , sunder gate ende quetsinghe der seghele , sprekende van woerde
to woerde , als hiirna ghescreven staet : . . . Volgt nr. 415 . . . Voerdmer so hebbe wy, Willam, abt, ende Johan, officiael, vors. oech ghezien
enen anderen breef, beseghelt met seghelen her Reynoldes , heren van Covorde , des landes van Drenthe , Johans van Runen ende Ecbertes van Peyze
, gans heel ende gave , sunder rasure , gate ende quetsinghe der seghele , sprekende als hiirna ghescreven staet : . . . Volgt nr. 419 . . .
Voerdmer so hebbe wy noch enen anderen breef ghezien , beseghelt met Reynoldes seghele , here van Kovorde , knape , heel gans ende gave , sunder
rasure , gate ende qwetsinghe des seghels, sprekende als hiirna ghescreven staet: . . . Volgt nr. 757 . . . In een tuech der waerheyt , dat wy
deze vors. breve hebt ghezien , als vors. is , so hebbe wy , Willam , by der ghenade Godes abt , ende Johan , officiael vors. , onse seghele an
dezen breef ghehanghen. Ghegheven int jaer ons Heren dusend drehondert dre ende negentich up sente Marcusdach ewangelisten.
Utrecht, Johan Klunsevoet, officiael van Vreesland des ghestichtes van Monster, doen
kundich ende kenlich allen luden , de dezen breef sullen zien of horen lezen , dat wy hebt ghezien enen openen breef, beseghelt met seghelen her
Reynoldes , here van Covorde
ende van Borclo , ende des landes van Drenthe , gans ende ghave , sunder rasuer , sunder gate ende quetsinghe der seghele , sprekende van woerde
to woerde , als hiirna ghescreven staet : . . . Volgt nr. 415 . . . Voerdmer so hebbe wy, Willam, abt, ende Johan, officiael, vors. oech ghezien
enen anderen breef, beseghelt met seghelen her Reynoldes , heren van Covorde , des landes van Drenthe , Johans van Runen ende Ecbertes van Peyze
, gans heel ende gave , sunder rasure , gate ende quetsinghe der seghele , sprekende als hiirna ghescreven staet : . . . Volgt nr. 419 . . .
Voerdmer so hebbe wy noch enen anderen breef ghezien , beseghelt met Reynoldes seghele , here van Kovorde , knape , heel gans ende gave , sunder
rasure , gate ende qwetsinghe des seghels, sprekende als hiirna ghescreven staet: . . . Volgt nr. 757 . . . In een tuech der waerheyt , dat wy
deze vors. breve hebt ghezien , als vors. is , so hebbe wy , Willam , by der ghenade Godes abt , ende Johan , officiael vors. , onse seghele an
dezen breef ghehanghen. Ghegheven int jaer ons Heren dusend drehondert dre ende negentich up sente Marcusdach ewangelisten.
x
| Bestand | Oorkondenboek Groningen en Drenthe |
|---|---|
| Nr | 853 |
| Olim | Naar het origineel in het rijksarchief te Groningen (Reg. 1393, no. 4), hoog 28, breed 42,3 cm. Gedrukt bij Driessen, blz. 46 7. |
| Jahr | 1393 |
| Datumcode | Marci |
x
| Kommentar | Aan het stuk hangen de zegels van de abt van Marienweerd en van Johan Klunsevoet. Laatstgenoemd zegel, ovaal in groene was, vertoont een bisschop ten halve lijve, ter rechterzijde naast het hoofd een schildje met het wapen van het bisdom Münster, aan den voet een schuinliggend wapensehild beladen met een hertenschedel; randschrift : . . . OFF . . . SIE MON. DYOC. |
|---|