Nederlands (NL)  German (DE)
Nummer:ogd0907 Datum:4 okt. 1395 Überlieferung:Editie Fundstelle:Oorkondenboek Groningen en Drenthe, nr. 907

Henricus, proost van Humsterland, geeft een verklaring af omtrent het zeendrecht in Achtkarspelen.

Quelle Recto Rückseite Übersetzung Relationen Siegel Material Literatur Index N. B.
In den name des Heren amen. Allen dengenen, de lesende off siende ende hoeren worden, ende daer onse tegenwoerdige breven to comen, do wy,
Hinricus, provest van Hummersum, kundich overmids desen onsen breven end protesteren, dat onse gewoente van oldes is gewest als mit geestlycken
ende waerlick in Achtkerspell als van banne ende excessen ons to betalen, gelijck als wy dat in autentiken breven van onse voervaders, provesten
van Hummersum , ons daeroff getoent, hebben gesien, waeromme wy concordeert hebben ende noch concorderen in desser maneren. Item voer ontydich
werck, dat des Sondaeges geschut off up enige hoectijt een halff punt; voer onstuerheyt des seentes oeck sovoel; voer een minner casus in de
bantijt, des Sonnendages off up ander hillige dagen oeck sovoel; voer I meerrer casus up desulve tijt, de dan geschiet, III punt; voer
doetslach, voer menedicheyt, overspil, offsettinge, gebroken sibbe in bloet off in vadderschap, voer offwesen des seents, van I iegelijck excess
voergenoemt oock sovoel; voer doetslach, de geschut in den huse, veer marck gudes geldes; van degene, de daermede sitten ende drincken in den
beerharbarge, daer de doetslach geschuet, III punt; voer dath kerckhofft ontvreden wort, XII punt, voer i juffer, de genomen wort, een wedue off
I wijff of een olderloes kint, voer verstoringe onses seendes, voer openbaer vechtinge, de geschut in den seentstoel, voer
verstoringe Goedes dienstes, voer ongehoersamheit, wanneer wy rechtlycke iemant vermaent hebben, voer een iewelycken van dessen
broke sullen wy ontfangen IIII marck guedes gelts, tensy saecke dat de ongehoersamheit der misdadigen sy swaerer te corrygeren.
Niettomin protesteer wy, dat wy van de vors. kleine bannen, als ons de excessen sint gecondicht, solen int eerste yaer nemen eenvolt,
int anderde twevolt, int darde drevolt, int veerde solen wy hebben IIII Munstersche marck gudes geldes. Ende als
sodane excessen sint gewassen to IIII marck guedes geldes, so sal de greetman dan in der tijt wesende dwingen degenen, de misdaen
hefft, vol to doen by der voers. pene. Also weert sake, dat se den greetman rebel weren, so sal se de greetman leggen uut des landes vreden.
Ende weren se dan ontholden off geharbarcht in hores eiges hues, de ontholders sollen oeck vervallen wesen in der vors. pene,
welckoer ontholders de greetman voers. sal dwingen gelijck den principalen misdadigen gelijck als ons gewroget is. Ende weert sake, dat
dat meeste deel ende dat groetste deel des landes weer in schulden, so sal men de kercke off de kercken des landes voergenoemt (leggen) onder
geestlijck interdict. Ende want wy procederen mit onse sententie des bannes tegen degene, de rebel sint, so sollen wy procederen om onse
excessen to manen als voers. is. Item de sake der monken in Jerusalem en solen wy niet richten als van wegen hoerrer conversen des conventes,
man oer preesters, de daer clagen in den seent, solen wy rechts laten vervaren, also dat de voers. preesters, eer se togelaten worden to clagen,
sollen eersten I borge setten, off se in gelycker saken worden weder aengesproken van geestelijc off warlycke personen des voers. landes, dat
se dan sollen to rechte staen voer ons ende antworden. Item geen geestlycke off warlycke persone sal gedaget worden overmids onser macht
uut sijn sulves seentstoell. Item gene rechte breven sollen gesant worden in dit vors. lant van onser wegen buten den seent, offten
sinnen saken, de aendragen echtsschup tosamen to geven off to scheyden off openbaer gewelt, dat ene geestlycke persone mach
geschien ende ander geestlycke, daer peryckell der seelen in gelegen is. Ende ist sake dat men dan onse recht in desen saken voers.
behoefft, so sollen wy de sake rechtlycke endigen in Achtkerspel up de beyder parthen kost. Item gene wroginge van jenigen
excessen sollen wy ontfangen, off de kerckheer mit den vogeden sint in die wroginge eendrachtich. Item onse seent solen wy
sulven holden persoenlick, ten weer sake dat wy behindert weren. Item onse geestlycke jurisdictie, de in
geestlycken saken uns hoert to richten in onsen seent, sollen wy in eren holden, welkeer jurisdictie geestelycke end
warlycke personen des voers. landes hebben ons vrygelaten gelijck als se schuldich sint to doene. Dit is geschiet in
tegenwoerdicheit der heren Anno, Tyaert, Haijo und Symon, kerckheren der kercken Suerhusen, Augustinusga, Butenpost end Opwysel ,
unde anderen kerckheren des voers. landes, oeck Pape Mennen ende Bouwe Bouwama als greetmans end voel ander gueder mans.
In meerrer vestinge der waerheit sint beneden gehangen an dessen breeff de segelen der eerweerdigen in God vaderen unde heren des
officiaels van Vrieslant, stichtes van Munster, der abbaten in Aedwardt end in Dockum ende des paters van Berge ende onses segel des
landes Achtkerspell. Gegeven int jaer uns Heren dusent drehondert vijff ende tnegentich op sunte Franciscusdach confessoer .
Recto:
x
x
Bestand Oorkondenboek Groningen en Drenthe
Nr 907
Olim Naar een 15de eeuws afschrift in ms. 4, no. 22b der bibliotheek van het genootschap P. E. I. P. te Groningen, blz. 72. Ook gedrukt in Bijdr. tot de Gesch. en Oudheidk. van Acker Stratingh, Feith en Boeles, III, blz. 157.
Jahr 1395
Datumcode Franci
x
x
Editie naar vva102.
x
Material papier
x
Editionen P.J. Blok e.a., Oorkondenboek van Groningen en Drente, II (Groningen 1899), nr. 907.