Nummer:ogd1069 | Datum:23 mei 1400 | Überlieferung:Editie | Fundstelle:Oorkondenboek Groningen en Drenthe, nr. 1069 |
De hoofdelingen en bestuurders van Oostfriesland beloven aan de bestuurders van de Hanzesteden Lübeck, Hamburg, Bremen en Groningen de Vitaliebroetiers geen toegang in hun land te vergunnen en aan alle kooplieden vrijheid van verkeer en gunstige bepalingen van strandrecht toe te staan.
. . . Dyt hebbe wy ghedeghedinget mid den erliken luden, hovetlude van der Hense utghesand , . . . van Groningen Sweder van Winden, Alef
Scheling unde Albert Scheling, de nu to der tyd to Emede sind . . . Gheschreven to Emede na Godes bord in deme verteynhundersten jare des
Sondaghes vor senthe Urbanusdaghe.
Scheling unde Albert Scheling, de nu to der tyd to Emede sind . . . Gheschreven to Emede na Godes bord in deme verteynhundersten jare des
Sondaghes vor senthe Urbanusdaghe.