Burgemeesteren en Raad in Groningen oorkonden, dat de voogden 'to Onser Lever Vrouwen kercke ter Ae'voor hen verklaarden verkocht en overgedragen te hebben aan Katerine Thomaes een jaarlijksche rente van 12 Arnhemsche gulden, te beuren uit de 'schottele'in voornoemde kerk of uit het huis en erf van Jacopp Nachteghale aan de zuidzijde in den Krummen Yate, met bepalingen omtrent wederinkoop dezer rente; dat voorts voorn. Katerine voor hen verklaarde gemelde rente overgedragen te hebben 'voer ene ewighe memorie ende testament'na haar dood 'to hulpe tot eenre vickarien up sunte Joseps altaar'in voorn. kerk, met last voor den vicaris de jaartijden van Jacopp Thomas en Katerine met 2 kleine ponden was te begaan, en elken priester in genoemde kerk, die tijdens deze jaartijden, 'sine weke vorwaert' 2 Groninger stuivers uit te keeren, en vervolgens elke week een zielmis voor Jacop en Katerine en hun vrienden te bidden en lezen; met bepaling, dat kerkvoogden, de kerkheer en vicaris ingeval van aflossing dezer rente, haar opnieuw beleggen zullen.
Keine Abbildung vorhanden