Burgemeesteren en Raad in Groningen oorkonden, dat Otto Kannenghieter voor hen verklaarde, dat de jaarlijksche rente, waarvan de brief spreekt, waardoor deze brief getransfigeerd is, bij de boedelscheiding van wijlen Griete de vrouw van voornoemde Otto en zuster van Katrine Horst aan de echtelieden Johan Horst en Katrine is toegevallen.

Wy borgermestere ende Raed in Groningen betugen myt dessen openen breve dat voer ons is gekomen Otto
kanneghieter ende bekande voer em ende sine erffgenamen dat Johan Horst ende Katrenen synre huusfrouwen voer
em ende oeren erffgenamen ter scheidinge gevallen sint tegens Otten vorscro die vyffteyn arnemsche gulden
Erffliker renten daer de breeff van s reket daer desse breeff doer getogen is van wegen der nagelaten guederen ende
erffnissen salige Grietens de Ottens vorscr. echte huusfrouwe gewest is ende Katrenens vorscr. zuster vry ende
quyt: Erffliken in allen formen ende manieren to boren to bruken ende to besitten alze de selve breeff daer aff
inholdet ende uutwyset oeren vryen wyllen mede te doende sunder alle argelist Dat Orkonde wy myt onser stad
zegel Ghegeven inden jaer ons heren dusent vierhundert drieende tachtentich des dinxdages na sunte Gertrude dash
virginis Doe Sweder Kater, Herman Potter, Roloff Ulghers ende Roloff Mepsche borgermestere waeren onser stad.

x

x

Archiv	Groninger Archieven
Bestand	Arch. Parochiekerken
Zugangsnummer	1539
Inventarnr.	0401
Regestnr.	331
Register Feith	1482.004.2
Jahr	1483
Datumcode	MpGertru

x

x

x

Material	perkament