Nederlands (NL)  German (DE)
Nummer:par378 Datum:14 mei 1489 Überlieferung:Origineel Fundstelle:Arch. Parochiekerken, inv.nr. 0108, reg. 378

Uede Schelinghes 'mynisterssche'van het convent ten Horen bij Groningen verklaart, voor zich en de conventszusteren, dat Vrouwijn Ur meister afgelost heeft de jaarlijksche rente van een halve Arnhemsche gulden, die zij beurden uit de hofstede, waarvan de brieven spreken, waardoor deze brief getransfigeerd is.

Quelle Recto Rückseite Übersetzung Relationen Siegel Material Literatur Index N. B.
Wy Uede Schelinges indertyt mynisterssche des convents ten Horen by Groningen bekenne ende betuge mit dessen
openen breve vor ons onsses conventes ende naekomelingen susteren dat Vrouwijn Uurmeyster vor em ende synen
erffgenamen ons hevet aff vry ende quyt gekofft ende ingelosset den halven arnemse gulden renten die wy hadden
in ende uut den huuse mit allen synen toebehoren dair die breven van spreken dair dessen breeff doer getogen is.
vry ende quyt voir ene summe geldes die ons Ude voirgen. tot behoeff onsses convents voll, all ende wall is betaelt
sonder argelyst. Das tot enen orkonde hebben wy Ude mynisstersche voirgen. voir ons ende mede voir ons convent
Onsse convents segell an dessen breff gehangen. Gegeven inden jair ons heeren dusent vierhondert negenende
tachtentich des donredages nae Sunte Servaesdach.
Recto:
x
x
Archiv Groninger Archieven
Bestand Arch. Parochiekerken
Zugangsnummer 1539
Inventarnr. 0108
Regestnr. 378
Register Feith 1470.012.3
Jahr 1489
Datumcode JpServat
x
x
Material perkament