Nederlands (NL)  German (DE)
Nummer:par413 Datum:20 dec. 1494 Überlieferung:Origineel Fundstelle:Arch. Parochiekerken, inv.nr. 0442, reg. 413

Burgemeesteren en Raad in Groningen oorkonden, dat Hilbrant Sickens en zijn zoon Sicko voor hen verklaarden overgedragen te hebben aan kerkheeren en priesters 'de gremio' van de St. Mertenskerk de jaarlijksche rente van 12 1/2 postulaets gulden, waarvan de brieven spreken, waardoor deze brief getransfigeerd is, en welke wijlen Ffije Cornutens voorn. prietsers 'tot enen ewigen testament ende memorie besproken ende gegeven 'heeft, met last van de acht gulden drie memorien , elk van een klein pond was, voor Ffije en haar beide echtgenooten te begaan,en het overblijvende onderling tot koorpenningen te verdeelen, met dien verstande, dat voorn. kerkheeren en priesters aan Hilbrant en zijn zoon de overblijvende rente van 4 1/2 postul. gulden teruggeven; met vaststelling der preferentie van de priestersrente.

Quelle Recto Rückseite Übersetzung Relationen Siegel Material Literatur Index N. B.
Wy Borgermeistere ende Raed in Groningen betugen myt dessen openen breve dat vor synt gekomen Hilbrant
Sickens ende Sicko syn soene ende bekanden vor em ende zynre erffgenamen dat se hebben upgedragen ende
overgegeven drogen up ende gaven over den kerckheren ende preisters van sunte Mertens kercke in onser stadt de
de gremio synt ende oeren nakomelingen de derteynde halff postelaets gulden erffliker renten daer de breven van
spreken daer dessen breeff doer getogen is de salige Ffye Cornutens den priesteren vorgen. vor enen ewigen
testamente ende memoerie besproken ende gegeven heefft alse dessen vorscr. personen selven vor ons bekanden
Soe dat de preisteren vorgen. dre memorien jaerlix tot ewigen dagen daer van holden sullen alse saligen Ffyen
vorgen. ende saligen Gonselyn ende saligen Herman Cornutes de oer echte mans gewest synt elck myt
enen cleynen punt wasses als gewoentlick is inder vorscr. kercke van de achte postelaets gulden renten ende dat
ander vor koer penningen deelen Soe to verstanne dat de kerckheers ende preisters vorgen. umme sunderlinge
gunst ende walldaet Hilbrant vorscr. ende Sicken synen soene vor em ende oeren erffgenamen weder to gestaen
ende overgegeven hebn vyffte halff postelaets gulden renten vande vorscr. derteynde halff postelaets gulden rente
uut Johan Jaerges huus ten Deelffsyll to boeren ende to beholden Myt sulken vorwerden offte dat huus alsoe
verghinge dat men de vorscr. rente daer all nyet uut manen en konden soe solden der preisteren achte gulden renten
de oldeste renten wesen ende to manen ende dan daer na Hilbrant ende syn soene ende oer erffgenamen oer renten
to manen soe we sede dan bekomen mochten sunder argelist Dat Orkunde wy myt onser stalt segell Ghegeven
inden jaer ons heren dusent vierhondert vier endetnegentich op sunte Thomas avent apostoli Doe Gharmet Allema,
Eppe Allema, Herman Lewe ende Johan Scaffer Borgermeistere waeren onser stadt.
Recto:
x
x
Archiv Groninger Archieven
Bestand Arch. Parochiekerken
Zugangsnummer 1539
Inventarnr. 0442
Regestnr. 413
Register Feith 1475.011.3
Jahr 1495
Datumcode vThome
x
x
Afschrift: nhg001cz.
x
Material perkament