Burgemeesteren en Raad in Groningen oorkonden, met toestemming van de gezworene meente, en de bouwmeester der gilden bij uitsluiting van anderen, toegestaan te hebben aan de voogden van Sunte Mertenskerk 'de munte van den penningen in onser stadt als men se to doende synt to hebn, bij consenten des Rades toe munten'.

Wy borgermeistere ende raed in Groningen betugen myt dessen openen breve dat wy by consente onsen geswoerne
meente mytten boumeisters vanden gilden hebben gegunt ende togestane den vogeden van Sunte Mertens kerke in
onsen stad ende hoeren nacomelingen tot behoeff der kerken vorscreven de munte van den penningen in onsen stadt
als men de to doende sint to hebben by consente des rades toe munten myt sodanen profyt als daer van komende
wordt tot behoeff der kerken vorscreven omme sunderlinge waldaet willlen ons de vogeden vorscreven dair weder
voer gedanen hebben tot behoeff onser stadt. Alsoe dat men anders nement na dessen dage de selve munte gunnen
offte toe staen en sall. Sunder argelist. Dat orkunde wy myt onsen stad secreet. ghegeven inden iaer ons heren
dusent veerhundert negenendetnegentich des wonsdagen inden paeschen. Zegel sur simple queue.
DORSO : van de pennyng muente 1499.

x

x

Archiv	Groninger Archieven
Bestand	Arch. Parochiekerken
Zugangsnummer	1539
Inventarnr.	0032
Regestnr.	463
Register Feith	1499.019
Jahr	1499
Datumcode	EpPasche

x

x

x

Material	perkament