Burgemeesteren en Raad in Groningen oorkonden, dat Johan Hoerneken voor hen verklaarde overgedragen te hebben aan kerkheeren en gemeene priesters tsunte Merten 'als to vulleste ende affkortingc sodanen testamente'als wijlen Wigbolt Wigboldes voorn. priesters gegeven had, de jaarlijksche rente van 12 Arnh. gulden te beuren uit de rente waarvan de vidimus brief spreekt, waardoor deze brief getransfigeerd is, met last hiermee en met eenige andere renten uit de Lusenborch e.a. plaetsen elf nader aangeduide memorien elk van een klein pond was te houden.
Keine Abbildung vorhanden