Nederlands (NL)  German (DE)
Nummer:par631 Datum:15 mei 1514 Überlieferung:Concept Fundstelle:Arch. Parochiekerken, inv.nr. 0023, reg. 631

Burgemeesteren en Raad in Groningen oorkonden, dat Jacob Hylbrandes voor hen verklaarde, van kerkvoogden van 'sunte Merten, Sunte Walborghc en van der Ae kerken 'gehuurd te hebben voor den duur van 6 jaar, met ingang van St. Ludger j.l., omtrent 60 grazen land te Oestum tegen een jaarlijksche huur van 18 stuivers het gras, met bepaling dat Jacob alle onkosten van 'schot ..., graven ... en ander onghelt 'zal hebben, aan het convent van St. Johanskamp gedurende de huurtermijn 30 Philippusgulden zal uitkeeren, welke hij de kerkvoogddijen tegen aangegeven koers in rekening mag brengen, terwijl ook alle schade door oorlog , watersnood veroorzaakt, of nieuwe lasten, aan 'de heren der stadt, der landen oft der ghemeente 'of anderszins opgelegd voor rekening van Jacob zullen blijven.

Quelle Recto Rückseite Übersetzung Relationen Siegel Material Literatur Index N. B.
Wy Burgermestere ende Raed in Groningen betughen myt dessen openen breve dat voer ons ys ghekomen Jacob
Hylbrandes ende bekanden dat he voer hem ende sinen erffghenamen hevet gehuert vanden vogeden van Sunte
Merten, van Sunte Walborghe ende van der Ae kerken in onser Stad voer hem ende hoeren nakomelingen
vogheden om trent sestich grace landes groet to Oostum gelegen so de vogheden vorgen. vanden mynrebroderen in
onser stad dat ghekoft hebben. Toe bruken ses yaers langk tsunte Ludger verleden anghaende des yaers elk gras
voerr achteyn onser stat stuvers voer datum desbreves ghemuntet offte payment dat daer g... voer ys vry scadeloes,
ghelt, gheen schot noch graven noch ander enich onghelt den vogeden an too rekenen Oeck sal Jacob vorgen.
betalen den convente van Sunte Johanskamp vander vogheden voers. weghen XXX hartogh philippus gulden an
gholdon desse jaermalen langk de de vogheden daer schuldich sint van jaerliker renten des sal Jacob de vogeden
neet meer an rekenen dan voer elken philippus golden XXV stuvers in affkortinghe............. oeck sint.........
vorwerden dat de vogheden vorgen. neet sunderlick sal wesen enich vede oft oerloch noch watersnoet noch enich
gesat der heren der stede, der landen oft der ghemeente noch enighe andere saken wodaene de oeck wesen moghen
gheen daer van uutghenomen de Jacob vorgen. hyr en teghens neet to ghebruken ende hem altyt hoer scadeloes
ghel.... belaten tot alle Peter ad cathedram, Lichtmissen des maendaeges na sunte Servaes Anno etc. XIIII
Recto:
x
x
Archiv Groninger Archieven
Bestand Arch. Parochiekerken
Zugangsnummer 1539
Inventarnr. 0023
Regestnr. 631
Register Feith 1514.001
Jahr 1514
Datumcode LpServat
x
x
Material papier