Sascher van Heringha verklaart van de pastoors van St. Martenkerk, uit handen van mr. Geerdt, Custos aldaar, ontvangen te hebben de som van 153 Emder guldens, welke som door hem eertijds voor de aankoop van de 'kameren ', plancket, bomen ende ander gewas '- op grond van voornoemde pastoors gebouwd - van Wessel Kock (volmacht van diens 'moije'Geertje Deckers, weduwe van Harmen Molles) betaald was, en thans aan hem, door de pastoors, terugbetaald is, terwijl hij alle rechten op voormelde zaken overdraagt.