Burgemeesteren en raad van Groningen verklaren, dat Johan Woldringe met mr. Henric ter Bruggen de nalatenschap van de ouders van hun vrouwen scheidde, zodat: 1. Henric ontving de helft in Schultenheert te Garmerwolde, belast met een rente van 6 gulden voor het convent van Selwert, en het huis in de Poelstrate c.a.; en 2. Johan ontving het land te Beyem, 2 grazen land bij den Cleywech en de hof buiten Heerstratepoerte.

Wy borgermestere ende Raed in Groningen betugen myt dessen openen breve dat voer ons is gekomen Johan
Woldringe ende bekande voer em ende sine erffgenamen dat meyster Henric ter Bruggen voer em ende sinen erffgenamen
verscheidinge sint gevallen tegens Johanne vorscreven van oere beyden huusfrouwen olderen guede in manieren hiir
nabescreven. Inden eersten Schulten heert te Garmerwolde halff myt sinen tobehoren ende dat huus in Poelstrate
mytter schure ende mytter pacht ende rente die daer up staen ende beholden den convente van Selwert inden vorge-noemde
halven heert ses gulden rente erffliken ende ewliken to bruken ende to besitten. Hiir en tegens is Johan vorscre-ven
to scheidinge gevallen dat land to Beyem ende twe grasen byden Cleywech ende dat hoff buten Herstrate poerte
myt alle oeren tobehoren erffliken ende ewliken to bruken ende to besitten sunder argelist. Dat orkunde wy myt
onsen stad zegell. Ghegeven inden jaer ons heren dusent vierhundert vierendetsoventich des donredages voer
paesschen doe Goosen van Dulk, Johan Rengers vanden Poste, Alert Clant ende Sweder Kater borgermestere
weren onser stad.

x

x

Archief	Drents Archief
Fonds	Arch. Abdij Assen
Inventarisnr.	51
Regestnr.	89
Jaar	1474
Datumcode	JaPasche

x

x

Commentaar	Het stadszegel is verloren.

x

Materiaal	perkament
Afmeting (mm)	255/95

x