Nederlands (NL)  German (DE)
Nummer:kla0634 Datum:16 aug. 1478 Overlevering:Origineel Vindplaats:Kloosterarch., inv.nr. 219, reg. 634

Johannes, kerkheer te Oterdum, en Ebo Rijtkens te Nordabrock doen uitspraak in het geschil tussen commandeur Eppo, keldermeester Hubbo en de conventualen van Oesterwerum enerzijds en de buren van Nordabrock anderzijds, waarbij bepaald wordt dat een stuk land boven Eeldeshus eigendom van de commanderij is en dat de grens ervan loopt tussen de Zwage en het Rummelant noordwaarts tot aan de Feendick.

Bron Recto Dorso Vertaling Relatie Zegels Materiaal Literatuur Index N.B.
Kundich ende openbaer sij allen luden de dessen breff seen off hoeren lesen dat dar ene schelinge was
tusken her Eppen commelduer broder Habben keller ende den conventes ludes to Oesterwerum up de ene sijd ende
den buren to Nordabrock up de ander sijt van een stucke landes ghelegen boven Eeldes hus, dat de convents-
lude vorscr. meyt ende zwelet hadden, ende de buren van Nortdabrock vorscr. to hus vort hadden dar se omme
vor den Ersamen official to rechte weren etc. welke sake vorscr. stede ende entlicke vast van beyden syden, als van
den commelduer ende keller vorscr. van des convents weghen, ende van Eppo Elkens, Eppo Renskens ende Tyacko Ymtikens
van der buren wegen vorscr. vulmachtich up uns Johannes kerchere to Oterdum ende Ebo Rijtksens to Nordabrock
be gheven was so hebben wij de sake an ons ghe nomen ende beyde parte vorstan na worde ende weder worde
in vrentscop ut ghesecht dat de brockstere solen holden dat hoy dat dar halet is, Ende de convents lude vorsc.
solen blyven in besijt ende holden dat lant ewelick ende erfflick up de zwette na utwysinge der gruwe
als de kumpt ut den suden tusken de zwage ende dat rutmelant recht ut an den feendick ende nicht oester-
omme, dar de schelinghe an was, ende dar mede solen se schywyt ende schot wesen van dessen vorscr. lande
ende anders nenen? lande dat se wijllichlicken van beyden sijden mit vor beraden mode an nemen to
holden sunder argelist In orkunde desses warheit so hebbe ik Johannes kercher to Oterdum vorscr. myn seghel
ghe hangen an dessen breff Ende ik Ebo Rijtskens vorsc. hebbe ghe beden den Ersamen Evert Horneken
onsen casteleyn ende lant heren dessen breff vor my to beseghelen ende ik Evert casteleyn vorscr. omme
bede wyllen Ebo Rijtskes vorsc. hebbe myn seghel mede an dessen breff ghehanghen Ghescr. int
iaer ons heren dusent vierhundert achtendetsoventich des dages na onser vrouwen assumpcionis.
Recto:
Zegels:
x
x
Archief Groninger Archieven
Fonds Kloosterarch.
Toegangsnummer 172
Inventarisnr. 219
Regestnr. 634
Olim Arch. Klooster Oosterwierum, inv.nr. 6, reg. 15. Reg. Feith 1478.28.
Jaar 1478
Datumcode cAssMar
x
x
Commentaar Met de zegels van Johannes en van Evert Horneken, kastelein te Zuidbroek
Volgnummer: 1
Toestand zwaar beschadigd
Materiaal was
Kleur groen
Zeg.vorm spitsovaal
Bevestiging sur double queue
Zegelaar
Voornaam Johannes
Functie pastoor
Instelling Oterdum (parochie)
Voorzijde
Randschrift ... IOHAN(n)IS C(ur)ATI IN ...
Afbeelding 1
Negatief 101-V2-73
Volgnummer: 2
Toestand zwaar beschadigd
Materiaal was
Kleur groen
Zeg.vorm rond
Bevestiging sur double queue
Zegelaar
Voornaam Evert
Achternaam Horenken
Voorzijde
Randschrift ... HORENCH...
Afbeelding 1
Negatief 101-V2-74
x
Materiaal perkament