Johan Stellynck, ambtman van Covorden en Drenthe, doet uitspraak met de gemene etten van Drenthe op de lotting van Sunte Magnus te Anloe in het geschil tussen de pater, vanwege het Olde Convent in Gronynghen, enerzijds en Evert Hebinghe en allen die land hebben gekocht dat behoort tot Heppingheguet anderzijds, waarbij bepaald wordt dat het convent recht heeft op datgene waarvan het het eigendomsrecht kan aantonen.

Ick Johan Stellynck inertyt Amptman toe Covorden ende slands van Drenther make kont allen luden
dat ick mitten ghemenen Etten des landes voerscr. ghewyset hebbe op den luttynghe van sunte Magnus
toe Anlo naest verleden So is ghewyst tuschen den pater van weghen des Conventes der gheesteliken
meechden in Gronynghen aen die ene sydt Evert Hebinghe ende alle die ghene die ackers maden mudden
ofte guet van Heppinghe guet ghekoft hebben an de ander syt [...]s die pater bewysen kan als lant
recht is dat totten Hepinghen erve hoert ende ghebruket is dat [...]ath die pater van weghen des convents
aentasten na uutwysinghe syns Rochtbrieves Des tot oerkonde beseghelt mit mijn sehel ghegeven
inden iaer ons heren dusent vierhondert twe ende tachtentich o[...] sunte Egidius avent des hillighen
Abts.

x

x

Archief	Groninger Archieven
Fonds	Kloosterarch.
Toegangsnummer	172
Inventarisnr.	368
Regestnr.	681
Olim	Arch. Olde Convent, inv.nr. 59, reg. 65. Reg. Feith 1482.11.
Jaar	1482
Datumcode	vEgidii

x

x

Materiaal	papier