Nederlands (NL)  German (DE)
Nummer:kla1059 Datum:21 juli 1546 Overlevering:Afschrift Vindplaats:Kloosterarch., inv.nr. 72, reg. 1059

Hiddo van Ewsum, hoofdeling te Myddelstum en erfgrietman van Vredewolt, doet uitspraak in de zaak tussen Itske Tyaertz enerzijds en Wychger, hofmeester van het convent van Dremunt, anderzijds, over een door het convent gepleegde landbreking, in aanmerking nemende de getuigenverklaringen van Berent Keysers, Johand Ydens, Hendrick op de Haer en Ysele Claessens voor de buurrechter Lubbe Renckema en een hierbij geinsereerde koopakte d.d. 25 april 1490, waarbij Itskens klacht voor gegrond verklaard wordt en de keldermeester tot een voorwaardelijke boete veroordeeld wordt.

Bron Recto Dorso Vertaling Relatie Zegels Materiaal Literatuur Index N.B.
Inder schelinge tusschen Itsken Tyaertz anclager eens ende Wychger de hooffmester
van wegen des conventes van Dremunt verweerder anderdeels schelachtich om lant
breeckinge de welcke dat convent vorscreven Itsken eenmaell, andermaell gedaen ende to broec-
ken hefft so vaeck als den convent dat believede tot horen wyll ende tot Itskens weder
wyll daer Itsken vuldaet voer begerende was tot rechtes kennynge.
op welcke vorscreven clage Wychger de hoffmester van wegen des vorscreven conventes was antworden
op Itsken Tyaersen clage ende stunde Itsken in alles niet van eenyge lant breeckinge
kleyn offte groeth ende hadden syn lant niet gegraven dan alleen des conventes vrije
mennunge gemaecket de welcke dat convent van Drymunt daer hen ende doer hadde
welcke mennynghe ende wech dat convent over de XXX jaer unbestraefft ende unbespiert
rustlick unde vredelick gebrucket und dat convent was verhopende dat Itskens ansprack
wanckt ende van gener weerden solde wesen nadem dat idt een klaer lant recht weer-
der een brucker offte besytter weer eenyges dynges X jaer bynnen landes ende XX jaer
buthen landes weer een vredebant den besytter salmen beschermen ende den anspreecker
soldemen dat swygen to delen ende dat convent hiell sych daer doer an hoer rustlick
besydt tot rechtes kennynge.
Und de parten synt an beiden syden by de vorscreven clage ende antwoert gebleven. Waer op dat recht
den vorscreven parten an beiden syden behoerlicke dagen van bewys gelacht hefft den eenen
den anderen ende den darden gerichtes dach dat een ellick syn beste bewys na
inholt syner clage ende antwoert voer recht brengen solde.
Waer op de clager voer syn bewys voer recht gebracht hefft dese nabeschreven tugen:
In den eersten hefft Berent Keysersoen voer Lubbe Renckema burrigter
lyfflik gestavedes eedes inden hilligen gesworen daer he myt recht to ge-
daget was dat hem wyttich ende kundych was dat dat lant daer de
parten twystich om synt Itskens vrye lant is dan off de hoffmester
daer en vrye mennynge doer hadde dat en was Berent niet kundych.
Vorder hefft Johan Ydens voer den vorscreven rychter lyfflick gestavedes eedes in
hilligen gesworen daer he myt recht to gedaget was dat hem kundich ende
waell bewost was dat dat vorscreven lant Itsken waelle X jaer gebrucket hadde
ende weer syn vrye lant dan off de hoffmester van Drymunt daer en
vrye mennynge doer hadde dat /is\ Johan vorscreven niet kundich.
Hyer na hefft de verweerder voer recht gebracht desen nabeschreven vransyen brief
unbesegelt in vorma hyer na volgende: [---]

[VOLGT kla0786]

[---] Vorder hefft de verweerder voer recht gebracht dese nabescreven tugen inden eersten Hen-
rick op de Haer de doer instantie des hoffmesters vorscreven getuget hefft voer
Lubbe Renckema dat de selve hoffmester waell XXX jaer de mennynge
doer dat lant daer de parten twystich om synt gebrucket hefft.
Ock hefft Yesele Claessensoen inden hilligen getuget voer Lubbe Renckema burrich-
ter dat hoer selige vader den van Drymunt niet hefft verboden de mennynge
daer de parten twystich om synt.
Op welcke vorscreven conventes coepbrieff Itzke wast straffende ende secht in straeffinge
hadde dat convent eenyge uuthvaert van Eewen Rellersen gekofft de muchten
se suecken want dat vorscreven brieff niet mede brenget dat se een vrye mennynghe
offte uuthvart van Itske vorscreven offte van syn erffgenamen hadden gekofft daer om
solde Itzken de brieff niet hynderlick wesen ende Itzke hiell sich unde bleeff
by syn anticht de welcke he Wychger ende dat convent myt synen knechten
angetogen hefft wolden se seggen tot rechtes kennynge dat se Itzke dat lant
niet to broecken en hadde daer myn juncker op dat noerden ende wester
angeswettet is des muste he een syder wesen na lude syner clage.
Vorder was Itzke straeffende Henrick op de Haers tuchgenis ende secht dat hem
dat niet hynderlick en is want he selve een paert myt den hoffmester
is ende vaeck over dat vorscreven lant gement ende gevaren hefft tegen Itzken
wederwyll ende ock is /de\ rechter part inder saecken want he des hoffmesters
borge in deser saecken is.
Vorder was de clager Yesele tuchgenis straeffende unde secht dat de vorscreven richter Lubbe
Renckema Iesele tuchgenis als een borge des hoffmesters ende /een\ part deser saecken is
hefft Yesele inden eersten laten sweren ende daer na hefft he selver hoer
tuchgenis laten schryven unde de tugen sunder dat my overgelevert sunder dat my overgelevert so dat
se geen stadt inden rechten na myner straeffinge ende na rechtes kennynge sullen
mogen hebben. Ock hefft Yesele de naeste XX jaer verleden myt dem clager
in rechte gestanden unde holt hoer voer eenen vyant so dat se tegen den clager niet
solde mogen tugen in alles als vorgenoemd is tot rechtes kennynghe.
Aldus hebbe ick Hiddo van Ewssum hovelinck to Myddelstum ende erffgret-
man over Vredewolt etcetera nerstlick doer syen beide parten vorscreven acten unde wyse
voer recht een sentensie des (verwenders) clagers tugen ock syn straeffinge
de welcke he op des verweerders brieff ende tugen gedaen hefft
tsamen gueth ende in der macht ende des verweerders brieff myt syn twe tugen
na des vorscr. straeffinge uuthe der macht ende dem clager in syn recht nyet
hynderlick unde wyse na de twe eerste tugen de welcke vanden verweerder unge-
straefft bleven synt dat opgemelde lant daer de parten twystich om synt
gelick dat in synen swetten boven genoempt steet dem clager eegen vry tot gebrucken
buten bespyringe des vorscreven conventes ende dele dem hoffmester van wegen des conventes
van Drymunt dat swygen to erfflick ende eewelick want de hoffmester van
wegen dem vorscreven convent de bruckinge syner mennynge doer dat vorscreven lant niet
genoechsam nader opgemelde straeffinge bewesen en hefft so Itzken Tyaertz
wyder clagende is dat de vorscreven hoffmester hem syn lant tbroecken hadde een
maell, andermaell ende so vaeck hem dat believet hade welcker Itzken den
hoffmester iechtich antyende was so sall Wychger de hoffmester to treden ende
sweren lyffelick gestavedes eedes inden hilligen dat he selver noch nyemant
doer syn beveell van des conventes wegen Itzken dat vorgenoemd lant nyet een-
maell noch andermaell tbroecken (hefft) ende tgraven hefft op twe verscheiden
tyden als de hoffmester dyt recht over hefft gebracht so wyse (ick) hem vry
van de twe vorscreven verscheyden lantbreeckinge ende wylt he niet sweren als vorscreven steet
so kenne ick voer recht dat de hoffmester van wegen des vorscreven conventes Itzken
bovengeschreven boeten sall voer een ellicke verscheyden lantbreeckinge myt vyff
mercken bynnen XXI dagen by een merck to broeck. Deser domen synt twe alleens
ludende geschreven ende in schryfften overgegeven den XXI dach julij anno etcetera XLVI.
Dyt recht sall overkomen den XXV dach
in augusto naestkomende.
Recto:
Dorso:
x
x
Archief Groninger Archieven
Fonds Kloosterarch.
Toegangsnummer 172
Inventarisnr. 72
Regestnr. 1059
Olim Arch. Klooster Trimunt, inv.nr. 27, reg. 21. Reg. Feith 1546.18.
Jaar 1546
Datumcode 2107
x
Taal Middelnederduits
Schrift eigentijds afschrift
Afbeelding 1
Commentaar eerste bladzijde
Afbeelding 2
Commentaar tweede bladzijde
Afbeelding 3
Commentaar derde bladzijde
x
x
Afschrift van kla0786.
x
Materiaal papier
x
Persoon
Naam Wicher
Letterlijk Wychger
N.B. hofmeester te Trimunt
Persoon
Naam Jesele Clasen
Letterlijk Yesele Claessens
N.B. te Marum?
Persoon
Naam Hidde van Ewsum
Letterlijk Hiddo van Ewsum
N.B. hoofdeling te Middelstum/ grietman van Vredewold
Persoon
Naam Hendrick op de Haar
Letterlijk Henrick op de Haer
N.B. te Marum
Persoon
Naam Johan Idens
Letterlijk Johan Ydens
N.B. te Marum
Persoon
Naam Ewe Jellerts
Letterlijk Eeve Jellers
N.B. gegoed te Marum
Persoon
Naam Berent Keiser
Letterlijk Berent Keysers
N.B. te Marum
Persoon
Naam Lubbe Renkema
Letterlijk Lubbe Renckema
N.B. buurrechter te Marum
Persoon
Naam Itske Tjaerts
Letterlijk Itsken Tyaertz
N.B. te Marum?
Trefwoord
Trefwoord akte
Trefwoord
Trefwoord buurrechter
Trefwoord
Trefwoord grietman
Trefwoord
Trefwoord grietman
Attribuut Vredewold
Trefwoord
Trefwoord hofmeester
Attribuut Trimunt
Trefwoord
Trefwoord hoofdeling
Attribuut Middelstum
Trefwoord
Trefwoord klooster
Attribuut Trimunt
Trefwoord
Trefwoord trede
Trefwoord
Trefwoord vonnis (dispositie)
Trefwoord
Trefwoord weg