Nederlands (NL)  German (DE)
Nummer:ogd1016 Datum:27 nov. 1398 Overlevering:Editie Vindplaats:Oorkondenboek Groningen en Drenthe, nr. 1016

Redeke Eijsenzoon te Harssens verklaart geen aanspraken meer te hebben op de stad Groningen ter zake van de schade, door zijn gevangenschap geleden.

Bron Recto Dorso Vertaling Relatie Zegels Materiaal Literatuur Index N.B.
Ich, Redeke Olde Eysenzone van Eenrum, nu ter tiit wonende to Harsense, bekenne ende betughe met dezen openen breve,
dat ich hebbe quiitschulden ende schelde vrij, quiit, ledich ende loes vor my ende vor myne erfghenamen de borghermestere
ende raet ende de ghemene stad van Groninghe van alre ansprake, de ich up de stad vor dezen daghe to ghehad hebbe, alse van der vangenschap
weghen, dat ich met anders horen borgheren ghevanghen waert by Heltman ende geschattet waert, ende van allen schaden, den ich van der vors.
vanghenschap gheleden hebbe, also dat ich of myne erfghenamen of nemend van mynerweghen de stad van Groninghe of hore borghers of bure daer
nummermere bed vor anspreken en sal of en mach, al arghelist uetghesproken. In orkunde der waerheyt so hebbe ich Redeke vors. ghebeden her
Tyarde van Hersense, mynen hovetpreyster, her Hebelen van Ardorpe ende Reyner Eysinghe dezen breef vor my to beseghelen. Ende wy, her Tyaerd
ende her Hebele, cureyte ende Reyner vors., hebben onse seghele an dezen breef ghehanghen um bede wille Redeken vors. Ghegheven int jaer ons
Heren dusent drehondert achte ende neghentich des Wonsdaghes na sente Katerinendach .
Recto:
x
x
Fonds Oorkondenboek Groningen en Drenthe
Nr 1016
Olim Naar het origineel in het rijksarchief te Groningen (Reg. 1398, no. 13), hoog 10, breed 25,5 cm.
Jaar 1398
Datumcode EpCathar
x
x
Editie naar rvr0815.
x
Commentaar Aan het stuk hebben gehangen drie kleine ronde zegels in groene was: 1. in een tripas een schild, waarop een gothieke T; randschrift: S. TITARD. . . 2. een schild, met een klimmende leeuw; randschrift: S. DNI . . . 3. afgevallen.
x
Materiaal papier
x
Edities P.J. Blok e.a., Oorkondenboek van Groningen en Drente, II (Groningen 1899), nr. 1016.